|
"Bent u ook zwakzinnig?"
"Bent u ook zwakzinnig?" De vraag leek me niet eens zó onzinnig, gezien de
"conversatie" die eraan vooraf was gegaan ("Krijgen we vanavond regen?" "Ben
ik de enige passagier?") en gezien het feit dat we op weg waren naar de
inrichting waar mijn broer sinds jaar en dag verblijft, en ze werd gesteld
door de chauffeur van de Regiotaxi, een jonge meid, gekleed in kaki pantalon
en fuchsiakleurige bloes.
Toch meende ik (waarom eigenlijk?) te moeten repliceren: "Maak ik dan een
zwakzinnige indruk?" en: "Integendeel, ik ben hoogbegaafd en bezit
eenentwintig universitaire certificaten" Er volgden geen excuses maar
slechts de opmerking dat zwakzinnigen zich soms heel normaal voordoen, maar
dan volgt, zo beweerde mijn metgezellin, vaak plotseling een aanval.
"Daar ziet ze mij dus voor aan", dacht ik en in zo'n situatie gaat men zich
afvragen; "Word ik in het algemeen, in het Openbaar Vervoer, in de
bibliotheek, in het zwembad, soms voor zwakzinnige aangezien; heb ik een
buitengewoon stompzinnige uitdrukking op mijn gezicht ofwel bepaalde rare
spier- of zenuwtrekkingen, kwijl ik zonder dat ik me daarvan bewust ben,
etc. etc. Is dat de heimelijke mening die "men" koestert, kortom; ziet men
mij daarvoor aan?"
En dat, hoewel men meestal uit iemands uiterlijke verschijning bezwaarlijk
kan concluderen tot (het al of niet bestaan van) een IQ of tot bepaalde
afwijkingen of abnormaliteiten, die als het ware omhuld worden door de
schaal, door de schelp van het lichaam die is als die van een oester die de
al dan niet aanwezige parel beschermt.
Bij de klachtenlijn is men verbaasd dat ik niet kwader ben (hoever moet men
gaan met geweldloze communicatie?) De excuusbrief die ik na lange weken
ontvang getuigt allerminst van begrip voor de voorbije situatie of van
stilistische vaardigheden.
Aldus het brevet van onvermogen, afgegeven door de Regiotaxi in september
2011
|
|