|
Uit het dagboek van een vrijwilligster: "Aan de gezegende grot
heb ik voor u gebeden"
Er is wèl een traantje mijnerzijds gevloeid bij mijn sollicitatie naar nieuw
vrijwilligerswerk bij de Stichting "Contour"; een traantje van ontroering en
mededogen. (De mevrouw tegenover mij droeg een zwart-wit gedessineerde
zomerjurk van ouderwets model en ik besloot een beetje te acteren: "Ach ja,
het is de overgang, weet u wel" en daarop besloot mijn toekomstige
"werkgeefster" gelukkig razendsnel dat iedereen tegenwoordig wel in de
overgang is, inclusief zijzelf....)
Een lieve, eenzame oude dame zat om mijn diensten verlegen en op een
augustusdag, toen de hitte de stad bedekte als een smerige deken die een
mens zo ongeveer de adem benam, heb ik voor het eerst de boodschappentas,
volgeladen met levensmiddelen, van Eline gedragen, want mijn nieuwe
beschermelinge heette zo en zo mocht ik haar noemen, in weerwil van ons
leeftijdsverschil van zesentwintig jaar.
(Terwijl kitscherige, kleffe en afgezaagde chansons ("I-I-I will ALways love
you-ou-ou) door de winkel schalden boven de hoofden van Tilburgse dames die
druk confereerden over de maaltijd van de aanstaande avond, hadden we onze
spulletjes uitgezocht en daarna de terugtocht aanvaard; Eline achter de
rollator; ik met de boodschappentas en bij gebrek aan conversatie zei ik
steeds maar "ja,ja" en "we zijn er bijna" en meer van dat soort frasen)
Eline woonde heel haar vijfentachtigjarige leven al in het oude huisje in
een volkswijk dat uitzicht bood op de oranje dakpannen van vervallen
bouwsels in een parallelle straat en op platte daken en balkons in de verte,
omgeven door verveloze balustrades; aanvankelijk nog met haar ouders maar
sinds jaar en dag alleen.
Na de boodschappen dronken we thee uit kopjes, met chique bloemmotieven
gedecoreerd en bewonderde ik de door Eline zelfgeborduurde kussens met
kunstig frivolité-werk.
De twijfel had bij mij aanvankelijk toegeslagen of zij iemand die "op de
hogere school geweest was", zoals zij verklaarde wel als een maatje kon
beschouwen dat vrolijk meepraatte over de witte was en wat dies meer zij,
maar toen ik haar ansichtkaart uit Lourdes, waar zij tussentijds heen
gereisd was, ontvangen had, die als een grote verrassing kwam en die de
tekst droeg: "Aan de gezegende grot heb ik voor u gebeden" begreep ik dat
Eline mij haar ontroerende dank en kameraadschap geschonken had, en deze
geste werd nog bekroond door haar geschenk, eveneens uit Lourdes, van een
roomwitte kaars met in gouden reliëf de beeltenissen van de Heilige Maagd,
met aan haar voeten geknield de Heilige Bernadette, nu ook weer niet
mijn meest favoriete idolen......
|
|