Heimwee naar de
naailes/nostalgie in de bus
Plotseling zag ik haar in
de bus: mijn oude naailerares; in niets veranderd na 30
jaar en even plotseling was ik weer op het kleine
betimmerde zoldertje als vijftienjarig meisje te midden
van de andere oudere en jongere dames, die allen ijverig
in de weer waren met papier en potlood, krijt, stof,
naalden, spelden of de centimeter of schaar. In die tijd
ondernam ik thuis vele moeizame maar hardnekkige
pogingen de oude Pfaff- trapnaaimachine, een erfstuk van
oma, aan de gang te krijgen en vervaardigde ik hele
garderobes voor mijn zus, moeder en mezelf (een mini-rok
was nauwelijks meer dan een lap stof met een paar naden
erin, maar voor een modieuze jurk, aangepast aan mama's
weelderige figuur, kwam zorgvuldig maatnemen, een
gedegen ontwerp en een vakkundige "coupe"
kijken).
In een zwart boek met
gemarmerde kaft tekende ik daartoe de patronen,
geflankeerd door afbeeldingen van elegante dames die het
beoogde kledingstuk met zwier en charme droegen en
daarmee het overtuigend bewijs van het gewenste
eindresultaat van mijn moeizame pogingen schenen te
demonstreren.
Waar blijft de tijd?
Vandaag de dag raak ik geen
naaimachine meer aan, maar daarmee is niet beweerd dat
de bonte en uitgebreide collecties in de kledingzaken
ooit de pasvorm zullen hebben van mijn vroege creaties
of dat ik ooit nog met zoveel kinderlijk en onschuldig
plezier en ijver zal werken aan weer een nieuwe rok,
jurk of lange broek.
|