Een voorjaarsavond in
"Het Wandelbos"
Café-restaurant "Het
Wandelbos" ligt ingeklemd tussen villa's en
bospartijen in de gelijknamige wijk als een parel in een
oester. Na recente ijzige dagen schijnt het voorjaar in
te treden en vogels kwetteren nog even in de struiken
voor de avond valt. In enkele villa's is het licht al
aan. Ik lees op de straatnaambordjes: "Anton
Coolenlaan", "Marie Koenenlaan", "Indigolaan".
Ik moet niet ver van mijn bestemming zijn. Mijn gestage
pas brengt mij naar een flatgebouw dat, enigszins
verscholen in een uithoek, mij tenslotte een voordeur
toont met daarop de naam die ik ook in de krant las, in
het artikel dat lovend was over de meditatielessen van
degene die deze naam draagt.
Het sobere zwarte jak dat
mevrouw draagt schijnt als het ware een Boeddhistisch
alternatief te vormen voor de strenge zwarte kap met
hagelwit "front" en de lange lugubere
kloosterkledij van de katholieke nonnen uit mijn jeugd,
maar de kamer waar ik binnenga is wit en leeg als vormde
zij een materiele afspiegeling van de leegte en rust die
kennelijk ook ons bewustzijn dient te bereiken als door
het abrupte signaal van het houten voorwerp in de hand
van onze lerares aan de voortjagende stroom van onze
gedachten een halt toegeroepen wordt zoals het
handgebaar van de tevreden kunstenaar plotseling de
rondtollende schopschijf stopzet als de vaas af is.
|