Er is eigenlijk niet veel
aan de hand
Muziek weerklinkt door de
kamer. Kuhlau componeerde zijn sonatine niet voor een
dove en het radiostation zendt haar uit tot vreugde en
ontroering van de toehoorders.
Er is eigenlijk niet veel
aan de hand.
De lidcactus zuigt ijverig
en gulzig het water op en toont als resultaat haar zachtroze
pracht.
Er is eigenlijk niet veel
aan de hand.
De kanarie, onbewust van en
onwetend over menselijk getob, heft hoge tonen aan en de
vissen draaien fluks hun rondjes in de kom.
Er is eigenlijk niet veel
aan de hand, maar op een dag wordt het levenloze lichaam
in het flatje gevonden.
En Kuhlau weerklinkt, de
lidcactus draagt haar trossen, de vogel kwettert en de
vissen spartelen in het water.
|