Onheil in de spreekkamer
De optimistische,
blijmoedige maar eufemistische tekst over het goede
humeur en de dito conditie waarmee hij nog jarenlang
zijn patiënten van dienst wenste te zijn, stond in geen
verhouding tot hetgeen dezen verder binnenskamers onder
ogen dienden te zien.
De Tederheid die men eens heeft ontvangen van zijn
Eerste Geliefde kan men van zijn huisarts bezwaarlijk
verwachten maar de manier waarop laatstgenoemd persoon
de stethoscoop en vooral ook de eendenbek hanteerde deed
sterk denken aan de alom versmade en verafschuwde vormen
van Zinloos Geweld.
Het lag kennelijk niet in zijn vermogen of voorkeur het
menselijk lichaam, dat hij toch eens had moeten
observeren en classificeren, liefdevol of ontroerd, als
met kunstenaarsogen te beschouwen: hij becommentarieerde
en vervloekte het bij voorkeur met behulp van
denigrerende bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden
als bijvoorbeeld "rotneus" of "ellendige
rug", terwijl men als patiënt al blij was als
genoemde lichaamsdelen nog enigszins functioneerden. En
van een bruut, lomp commando als "klep open!"
knapt een mens geestelijk noch lichamelijk op.
Als
men dan weer eens bloedend, strompelend of aangeslagen
de spreekkamer verlaten had, verlangde men naar een arts
die tenminste fatsoenlijk was, indien niet zachtzinnig.
|