Vliegeren met oom Wim
Eens
per jaar kwam oom Wim uit Rotterdam in onze jeugdjaren
naar ons, kinderen, naar het huisje in de volkswijk. Dan
was het feest, want oom Wim, een knappe vrijgezel, ging
steevast met ons vliegeren. Daartoe gaf hij ons opdracht
latjes en touw te gaan kopen en het glanzende,
half-doorzichtige vliegerpapier in schitterende kleuren:
groen, blauw en oranje. En dan ging oom Wim aan de slag.
De latjes werden stevig aan elkaar gebonden en op dit
raamwerk werd de fragiele vlieger gespannen, zodat de
welbekende, traditionele vorm ontstond. Het grote moment
was aangebroken: de vlieger kon opgelaten worden!
Voorzichtig droegen wij hem op onze schouders naar het
Leijpark en spoedig zweefde hij majesteitelijk en sereen
als een kleurig stipje tegen de lichtblauwe
augustushemel, ver boven ons hoofd.
De
herinnering aan oom Wim is een klein sieraad van het
geheugen: een baken en een monument in turbulente tijden
|