De
navolging van de Gebroeders Montgolfier/De ballonvaart
De avond zal niet meer
oneindig lang op zich doen wachten. Nu nog spelen de
schaduwen en het licht van een late augustusdag over het
groen-geschakeerde grasveld van het park waarop het
lege, blauwe nylon van de ballon lusteloos en slap ligt
uitgestrekt als een vermoeide dagreiziger na een
bergtocht.
Bedrijvige, bezige mannen
staan eromheen als bezorgde ouders om een baby. Het
bonte tafereel zou een uitnodiging zijn voor Degas,
Manet of Cezanne voor een kleurrijk, kunstzinnig
plaatje.
Het is op dit moment nog
onvoorstelbaar dat de ballon door injecties van vuur en
gas luchtwaardig de hemelen zal doorkruisen.
Aanvankelijk nog rust zij
op de aarde als een gigantische, uitvergrote halve
citroen op een citroenpers maar zij zwelt op, zet uit
tot haar toekomstige bolvorm al haast zichtbaar wordt en
de letters van haar reclametekst zal duidelijk leesbaar.
Nog meer vuur!
Zij wankelt en waggelt nog enigszins als moet zij
zelfvertrouwen verzamelen voor de hemelreis.
Plotseling schijnbaar zelfverzekerd en vastbesloten
stijgt zij dan langzaam, trots en triomfantelijk op met
in haar mandje, dat onder haar bungelt als een fragiele
oorbel aan een meisjesoor haar dappere passagiers.
Zij wint hoogte tot zij
alleen nog maar een kleurig stipje is tegen de
lichtblauwe augustushemel en tot haar bemanning de stad
onder zich ziet liggen met popperige speelgoedhuisjes,
-kerken, -kantoren en -ziekenhuizen.
Zij is op weg naar hoger
sferen en verre horizonten
Wij wuiven onze ballon opgewekt na.
Vaarwel en behouden vaart!
|