INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

In de Koepelhal (Tweede Kerstdag 2015)

Om bekende dan wel onbekende redenen is het plotseling lente in december. De Burgemeester Brokxlaan met haar welhaast landelijk aandoende modder en plassen door de recente regenbuien strekt zich onbekommerd uit, geflankeerd door het oude Clarissenklooster, vandaag de dag dienend voor alternatieve huisvesting. In de verte doet een carillon van zich horen. De klanken planten zich vrolijk voort tot ze in de ijle atmosfeer mijn oren bereiken. Op een grasveld laat een dame haar jonge, speelse hond uit die haar enthousiast blaffend een bal apporteert. Hoog liggen takkenbossen opgestapeld langs de kant van de weg, een mij onbekend doel dienend en ik vervloek al lopend en welhaast strompelend mijn nerveuze hoestbuien. Op het spoor aan de overkant dendert de helgele Intercity voorbij met mij eveneens onbekende bestemming. Ik passeer een okergeel bord waarop een zwarte pijl verwijst naar de polygonale hal en industriële bouwsels, merkwaardig van aanzien en constructie. Mijn wandeling voert verder langs de achterzijde van monumentale villa's waarvan de luiken zijn neergelaten, gelegen aan de Lange Nieuwstraat.
De bevolking is massaal op de been. In ons goede, gemoedelijke Tilburg is de atmosfeer kennelijk (nog) niet verziekt of bedreigd door meldingen van terreur en misdaad elders. De Koepelhal die ik tenslotte bereik en voor het eerst bezoek vandaag strekt zich majestueus en schitterend uit met schittering van vensters in de verte en met schittering van talloze kroonluchters en andere verlichting boven de vele kramen die over de hele lengte van het halfbolvormig overkoepelde gebouw staan opgesteld en waaromheen de menigte samendromt en slentert, op zoek naar een kunstwerk, snuisterij of hebbedingetje. Als vliegen komt men op de honing af. Ik kom even tot rust en vergeet mijn nervositeit voor een moment aan een tafeltje waaraan ik koffie drink in het gezelschap van twee dames die het hebben over een verhuizing die op handen is en die daarna kennelijk op zoek gaan naar een bijzonder artefact om dit nieuwe huis op te sieren. Het hele tafereel in de Koepelhal is ondanks alles niet veel meer dan een veredelde of verkapte rommelmarkt. Poppen in fleurige kledij, onschuldig en lieflijk ogend en talloze andere artefacten en kunstzinnig verantwoorde artikelen en objecten trekken de onverdeelde aandacht van oudere en jeugdige vrouwen, mannen en echtparen. Een langwerpige houten kandelaar, naar men zegt Frans en negentiende-eeuws, gaat over de toonbank voor tachtig Euro. Van dat bedrag moet en kan ik twee weken eten. Van geld dat ik uit mijn eigen mond gespaard heb neem ik tenslotte maar weer de bus naar mijn armoedige appartement en keer ik daar onvoldaan in terug. Het futiele paarse stempeltje op mijn hand, het entreebewijs verstrekt aan de ingang van de Koepelhal, zal me nog voor korte tijd herinneren aan de gebeurtenissen van de voorbije middag.......