INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

Mijn erfenis: een longziekte?

Het huis en de praktijk van de arts liggen aan een stille straat, niet ver uit de buurt, op korte loopafstand,en een wijnrode deur verschaft toegang tot de wachtkamer. In deze stille, vredige en vreedzame contreien is (nog) niets te merken van de grenzeloze verbijstering en hysterie die de wereld teisteren; de medische zorg is toegankelijk en volop beschikbaar en ook ik kan met mijn "longkwestie" terecht bij een moederlijke arts met een welhaast voorhistorisch aandoende borstpartij, als een Venusbeeld uit een oeroude cultuur, die eerlijk gezegd wel schrikt en achteroverslaat van de ontregeling waaraan ik ten prooi ben gevallen; ik kan bijna niet meer op mijn benen staan van de hoest en benauwdheid. De arts prikt in mijn vinger en duwt het felrode bloed naar buiten om een ontsteking te constateren waartegen als enige remedie het paardenmiddel "Prednison" wordt ingezet; en niet voor de eerste keer helaas.
De longafdeling van het Sint Elisabeth Ziekenhuis ken ik van vorige gelegenheden. Daar bevindt zich een chique, elegante, lichtgevende zuil met het minder aangename opschrift: "Longziekten". De longarts is een nog jonge vrouw. De stethoscoop draagt ze om de hals, als was het een paar vlechten, dat haar misschien als jong meisje gesierd heeft. "Hebt u weleens gerookt?" vraagt ze me.
En ik herinner me hoe de kamer altijd blauw stond van de rook, hoe zij, die mijn hoeders en voorvechters waren, mijn beschermers en geliefden, hun grondeloze verdriet weg rookten; het verdriet om de zoon, om mijn broer, voorgoed ondergebracht in een inrichting, voorgoed verdwaasd, de weg kwijt, gestoord....
Mijn longziekte is kennelijk de erfenis van hun grote verdriet....
(In een ladekastje (eveneens een erfstuk) bewaar ik als herinnering aan Haar, het roestbruine pakje "Caballero" met daarop de tekst: "Roken brengt u en anderen om u heen onherstelbare schade toe")