INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

Een "adieu" of een "au revoir" aan onze mooie Brabantse natuur?

Was het de laatste wandeling die we samen ondernamen, nu haar lichaam het kennelijk liet afweten, nu zij bestraald moest worden? We waren het bospad ver gevolgd en met veel weemoed bekeek ik de oranje bessen en de bramenstruiken links en rechts van ons. Ze was mijn trouwe wandelgenote geweest gedurende veertien jaar en vele van onze voetstappen lagen in de contreien van onze mooie Midden-Brabantse natuur. We hadden genoten van de lange, antracietgrijze schaduwen van de nazomer, van augustus en september, van de lichtvlekken op het welige, groene gras en van zoveel meer dat wij ontmoet hadden op onze tochten. Was dit onze zwanenzang, ons adieu, ons afscheid? Nu pas scheen ik met spijt in mijn hart te kunnen waarderen wat ik nooit gewaardeerd had: haar stille, zwijgzame maar trouwe gezelschap aan mijn zijde, haar kameraadschap, haar op spaarzame en zuinige maar oprechte wijze aan mij toebedeelde belangstelling. En nu scheen het fatale uur gekomen te zijn, nu scheen het te laat, voorgoed te laat te zijn. Werd het een "adieu" of een "au revoir" aan onze geliefde natuur, aan de steeds wisselende perspectieven en landschappen die zich voor onze ogen ontvouwd hadden, aan de vogels, aan de bomen, aan de heide met haar grijze en zwarte paarden, de heide waarop nu, figuurlijk gesproken, en in overeenstemming met het aloude chanson "de laatste rozen bloeiden"?