INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

Oktober in het De Pont Museum

Een late oktober is aangebroken. De wereld is stil en verstild. Mijn goede tante, die als weinigen nog naar me omziet, is gekomen en heeft een klein en fleurig boeketje in een fragiel glazen vaasje en andere goede gaven meegebracht. We zouden naar het De Pont Museum gaan en het Museum zou inderdaad zijn brede, metalen poort voor ons openen. Vertoond werden geenszins de hallucinatoire, bizarre impressies van een krankzinnige, maar beelden die getuigen van het ultieme vakmanschap en van de vaardigheid en het kunstzinnige vermogen van de kunstenaar, maar mijn goede en goedwillende tante aan wie niet het extreme licht van de intelligentie ten deel is gevallen, verwondert zich ten zeerste over de afbeeldingen van zwarte mannen op motorfietsen voor een vijver en over de indrukwekkende presentaties van het Olympisch Stadion in Berlijn waarvan het langzame verval door de kunstenaar minutieus zal worden geregistreerd in toekomstige jaren.
Welk begripsvermogen is er überhaupt vereist voor de moderne kunst? Ligt dit ver buiten het bereik van de gewone sterveling en zullen aan hem of haar per definitie alle bedoelingen van de kunstenaar ontgaan of is het niettemin mogelijk dat een voorheen onbekend schel, hel geestelijk licht plotseling inzage geeft in wat voorheen zo duister leek?
Hoe het ook zij, de lunch van ons tweetjes in het nieuwe, lichte en uitgestrekte restaurant van De Pont was in ieder geval een succes.