INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

Uit het dagboek van een vrijwilligster (vervolg) "Mijn" dames van "De Weerde"

Ze hadden allen mijn moeder kunnen zijn, gezien het leeftijdsverschil van gemiddeld dertig jaar dat mij van hen scheidt.
Sommigen zijn opstandig: een van hen mompelt voor zich uit, in het luchtledige, "Alle Jezus, alle Jezus", haast onhoorbaar, maar toch met felle kracht en opstandigheid.
Mevrouw Van der Kleij wil naar haar moeder toe: "Vanavond ga ik naar moeder op het Piusplein"; haar verlangen is tegelijkertijd een verzoek aan mijn adres. "Nee mevrouw, u woont nu op "De Weerde" zeg ik haar. Mevrouw's stakerige benen zijn omwikkeld met een soort van bandages, een soort grote pleisters of verbandmiddelen van onduidelijke aard en om een mij onbekende kwaal te bestrijden. Mevrouw Hoogendoorn wil de wilde, uitbundige grijze haardos van haar buurvrouw wat fatsoeneren voor de Mis, die die avond plaatsvindt. Voorzichtig beroert zij deze met een borstel die ze opdiept uit haar tas. We vermoeden dat de pastor wel van haar zal schrikken. Mevrouw Achterhuis, in de rolstoel, gesticuleert meestal met de handen alsof deze gebaren nog haar enige uitdrukkingsmogelijkheid en communicatiemiddel vormen; het zijn gebaren van opstand, tevens van berusting. Mevrouw Klein schenkt me een glimlach vanuit de veilige vesting van haar rolstoel en mevrouw Van Doorn heeft zich nog maar onlangs bij ons gevoegd; een nietig dametje, wankel op de benen en eveneens volkomen de weg kwijt. De dagen zijn lang in de huiskamer, hun laatste toevluchtsoord, waar zij hutje mutje in de pluchen fauteuils zitten.
Zij zijn "mijn dames" van "De Weerde" die ik nu gedurende een jaar iedere zaterdagavond bezoek, mijn beschermelingen, kameraden, vriendinnen en "moeders" tot de dood ons scheidt.