INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

(Schuld)bekentenis

"Dag Ineke" zijn de enige twee woorden die je uitgesproken hebt toen onze wegen zich voorgoed scheidden. De fatale ziekte had als een blinde, moordlustige infiltrant, als een moordenaar, steeds meer cellen, botten en weefsels van je lichaam doordrongen en het had geen stand meer kunnen houden. Hoe is het mogelijk dat ik je heb verlaten, lang vóór het decreet van je dood over je geveld werd, dat ik het scheepje van je lotsbestemming heb laten zinken zonder er een vinger naar uit te steken?
Ik heb je dorp, Loon op Zand, waar je leven tot stilstand is gekomen, nog eens bezocht toen de mildheid van de zomer als een liefkozing was. Je kamer in de serviceflat stond leeg; nooit meer zullen we daar onze gesprekken voeren, vis-à-vis in de chique fauteuils; onze studie van de taal van "dichters en denkers", maar ook van brute onmensen voor wie de benaming "mens" te kostbaar is, behoort voorgoed tot het verleden. Als je nu in dat verre land bent en misschien vanuit je hoge positie op me neerziet, weet dan dat de schuld als een donkere schaduw om me heen ligt, dat de schaamte mij op de voet volgt, dat mijn voetstappen niet meer schuldeloos zijn, dat ik mijn benen niet meer argeloos voor elkaar zet op de aarde.
Om mijn schuld te delgen voer ik mijn dienstbetoon uit, rijd ik met rolstoelen door de straten rond, sla ik mijn arm om de schouders van snikkende verlamde ouderen en psychiatrische patiënten, doe ik boodschappen voor hen, die daar zelf niet meer toe in staat zijn, hopend dat debet en credit ééns met elkaar in balans zullen komen, dat de eindafrekening een positief saldo zal opleveren zodat de geblinddoekte Vrouwe Justitia haar schalen triomfantelijk maar bedaard in evenwicht kan blijven houden, zoals haar gewoonte is.