INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

Als er niemand luistert naar niemand, vallen er doden in plaats van woorden

Toen het in mei al zomer was heb ik de Karel Boddenweg opnieuw moeten aandoen.
We hebben het lichaam van een nog jonge vrouw moeten toevertrouwen aan vuur en aan aarde.
Aula "Aurora" die mij gaandeweg bekend en vertrouwd is geworden, wordt overstroomd door licht, door buitengewoon helder licht, dat het licht van de zomer welhaast evenaart of overtreft.
Men nadert en bezet het spreekgestoelte en de stemmen waarmee men zich richt tot de aanwezigen, zijn verstikt door tranen.
Ze was theeschenkster geweest tijdens de vergaderingen, waarin in een geitenwollensokkenjargon (niet van de zeventiger jaren, maar van de eenentwintigste eeuw) voor haar onbegrijpelijke zaken aan de orde kwamen.
Hun humor was haar humor niet en ze zat erbij als een pias, als een "displaced person" als het weer moest gaan over het gereedschap op een bouwplaats, waarmee, volgens zeggen van de leden van de vergadering, en in hun schunnige verbeelding, homo's "aan hun gerief" konden komen of als ter sprake kwam hoe de haar onschuldig aandoende rijstkorrels op de tafel in de vergaderzaal, overgebleven van een maaltijd, zonodig vergeleken moesten worden met niets minder dan het sperma van niemand minder dan de Voorzitter van de Raad van Bestuur, die hier de vorige dag, alweer volgens zeggen van de heren, genoten had van een triootje in het gezelschap van andere bobo's.
Nadat deze onderwerpen aan de orde waren geweest, spoedde de conversatie zich doorgaans voort naar andere, nog onaangebroken gespreksonderwerpen, zoals bijvoorbeeld de kwestie of hun aanrechtblad van marmer of graniet moest worden en hoe het ervoor stond met de Bed-and-Breakfast-uitjes, georganiseerd door een van de collega's.
En als de heren dan aan hun bami- of nassihap zaten, die rijkelijk versierd waren met ketchup en mayonaise, kwam het voor dat haar starre ogen zich vestigden op het gezicht van een collega, haar chef, en dat zij zich voorstelde hoe uit zijn gebaren en blikken, kortom uit heel zijn houding, haar een haat en vijandigheid tegemoet traden waarom zij niet gevraagd had en die ze allerminst gewenst had, maar die als het ware automatisch in de loop der tijd was ontstaan door een wildgroei van processen die uit de hand waren gelopen en die nu ongebreideld voortwoekerden tussen hen.
Haar poëtisch aangelegde geest en gemoed kwamen in het geweer tegen de scabreuze grappen en grollen en zij voelde zich verweesd, ontheemd, vereenzaamd en verloren.
Innerlijk hanteerde zij hoge maatstaven om de liefde en waarachtigheid, die zij echter nergens aantrof, aan af te meten.
Zij vonden haar ontzielde lichaam achter de voordeur.
De overdosis bèta-blokkers had haar werk ruimschoots gedaan.
"Als er niemand luistert naar niemand, vallen er doden in plaats van woorden".