INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

Vandalisme en brandstichting in de Nassaustraat

De zware, groene toegangsdeur tot het appartementencomplex waarin ik al vijfentwintig jaar woon met de diagonale "strips" die de dubbele glasplaten inklemmen, heb ik nooit verafschuwd, maar ongeveer als een kunstwerk beschouwd, dat sfeer schept en het oog prettig aandoet, zoals ook de eigenlijke matglazen toegangsdeuren tot de appartementen met hun krullerige versieringen. Nooit ben ik van plan geweest met een forse kracht, die ik overigens geenszins bezit, door het glas te stoten, zoals onze "wilde" bovenbuurman tot twee keer toe heeft gewaagd, met als resultaat een slagaderlijke bloeding zonder weerga die sporen naliet tot ver in de straat..... Ik ervoer het dan ook ongeveer als een verwonding van mijn eigen ziel en lichaam dat de drinkebroer van de bovenste verdieping hierop betrapt is. (Het was geen wonder na het nachtelijk glasgerinkel en het geschreeuw dat ik, verward in een halve nachtmerrie, had waargenomen.) En het mag ook geen wonder heten dat dezelfde jongeman, die mijn zoon zou hebben kunnen zijn, de verloren man, voor wie ik ondanks alles mededogen koesterde, alsof een en ander mijzelf was overkomen, op een goede dag het souterrain in lichterlaaie heeft gezet. De brandlucht bereikte alle verdiepingen, maar wonderlijk genoeg bleek bij binnenkomst in mijn flatje dat mijn kleine, lichtgele kanarie opgewekt en onverminderd zijn lied aanhief, waarop hij mij iedere dag trakteert. Toen de bomen vol in het blad stonden, twee maanden na de brandstichting, stond het flatje op de bovenste verdieping leeg. Men had de man gedwongen te vertrekken en zijn bestemming en verdere levensloop blijven mij onbekend. (Er was nog wel een moederlijke mevrouw van middelbare leeftijd aan de deur geweest en een kameraad (?) met zijn pet achterstevoren op het hoofd. "Waar is W.?" vroegen ze. "Ik weet het echt niet" heb ik hen moeten antwoorden.....)