INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

Ontmoeting in de herfst

Op het driehoekige plein in het hart van de stad, dat ingeklemd ligt tussen gastvrije en representatieve restaurants met vriendelijk, attent en wellevend personeel, hebben we elkaar ontmoet, mijn oude tante en ik, in de herfst, en in de herfst van onze levens.
Een veldslag als een pestepidemie had huisgehouden in onze familie en de gelederen gedecimeerd en wij, de kennelijk sterken, hadden overleefd, hadden vooralsnog overleefd. We waren beiden jarig geweest en wisselden cadeaus uit; met schijnbaar valse bescheidenheid wees mijn tante mijn geschenken af, maar ze accepteerde ze uiteindelijk toch; het was een roman van Isabel Allende en een set verzorgingsprodukten voor haar oude, doorlijnde, getekende gezicht dat de tand des tijds heeft doorstaan en dat de trekken draagt van haar vader, mijn oom, de broer van mijn opa; de trekken van de familie.
We praatten niet over mijn vriend of over haar echtgenoot, omdat ik haar onbegrip vermoedde en een beetje vreesde en haar anderzijds wilde sparen. Dus verzweeg ik het liefdesverdriet dat mijn hart gestriemd en gegeseld heeft en dat mij verouderd en getekend heeft, dus vertelde ik niet over de herhaaldelijke afwijzingen die voortduren tot op de huidige dag, en zweeg ik over mijn tranen en eenzaamheid, en wellicht zei mijn oude vriendin ook bewust niets over de nukken en grillen van haar echtgenoot, over zijn humeurigheid, somberheid en pessimisme die wel doorschemerden uit haar woorden en gedrag, maar niet met vaste, te onderscheiden contouren en die geen vaste overtuiging bewerkstelligden in mijn geest en gemoed maar slechts veronderstellingen bleven die een solide basis misten.
"Het valt niet mee, maar ik mag niet klagen" was mijn enige bewering die zou hebben kunnen duiden op ontevredenheid of ongeluk.
De Nieuwlandstraat strekte zich voor ons uit met haar lichte en donkere, grijze en beige gevels en we bereikten het terras van restaurant "Anvers" en te midden van jeugdige gasten en onder de milde zon van het late najaar en gesluierd licht, dronken we nog een glas......