INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

Herinnering aan mijn vader

......en dan zeg ik; ik ben er een van Broeckx, van Broeckx van de Oude Markt. En dan stromen de tranen over mijn gezicht bij de herinnering aan het langdurige sterfbed van mijn vader, aan de langgerekte marteling die hij moest ondergaan in het verpleeghuis, dat oord van onheil bij uitstek.
(Hoe vroeg hij mij zijn totaal vermagerde lichaam, vel over been als een skelet, in mijn armen te nemen en om en om te draaien in het bed; hoe verzocht hij mij hem in zijn bed van de zaal naar de ziekenkamer heen en weer te rijden, omdat hij wilde roken?) En hoe verzocht hij mij voor te lezen uit het boek met de titel: "De jongensjaren van....." en hoe verbeet ik dan mijn tranen?

We hadden goed geleefd; we hadden goed en voorspoedig geleefd in het statige, vooroorlogse huis in de G.-straat tot zijn val van de trap, die het begin van het einde inluidde. Voorgoed voorbij waren mijn middagen met hem onder het genoegen van de klanken van Mozart, Mendelssohn, Schubert, Schumann, die mijn hart deden opleven en voorgoed voorbij was onze gezamenlijke studie van Plato, Augustinus, Kant, Nietzsche en andere filosofen en altijd zal ik me zijn opmerking op zijn sterfbed blijven herinneren: "Wat hebben we toch fijn gestudeerd samen...."