INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

Cold War Kids
Zomerkind en winterkind

We waren bijna de enigen in de enorme bioscoopzaal en we zonken weg in de diepe roodpluchen stoelen en terwijl de film zich alsmaar voortsleepte (een film over parende edelherten, ingegraven insecten en grote zwermen laagvliegende vogels) gingen mijn gedachten uit naar mijn enige zus, naar mijn kameraad die naast me heeft gestaan als niemand anders in ronduit verschrikkelijke omstandigheden en die nu zelf ten prooi is gevallen aan een onomkeerbare hersenziekte.
En ik zie het huisje voor me, naast de wollenstoffenfabriek, als het ware beschermd door haar brede zijmuur.
De beelden van onze jeugd, de beelden van de grauwe straten van onze arbeiderswijk verdringen de beelden van de film en ik zie voor me hoe mijn zus speelde met de buurtgenootjes en met haar popje Liselotje in die verre, voorbije tijd. "Cold War Kids" waren we en onze jeugd was ondanks alles grimmig. Het slaag vonden we vanzelfsprekend.
Ik was een zomerkind; in het warmste seizoen vond mijn geboorte plaats op een snikhete junidag; drie jaar daarna, in december, stond ik aan het wiegje van mijn zusje.
De slaapkamer, grotendeels in beslag genomen door onze monumentale ledikanten, geërfd van een tante, heb ik nog eens teruggezien. Ze leek groter dan in onze jeugdjaren. (In die vroege jaren tekende ik voor mijn zusje illustraties op de beslagen ramen die door het licht van een straatlantaarn geprojecteerd werden op de muur naast haar bed en vertelde haar mijn zelfverzonnen, fantastische verhalen...)