INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

Rouw in het dorp aan de rivier

De rouwkaart viel plompverloren in de brievenbus, zoals een dakpan op je hoofd terecht kan komen of zoals een onweer plotseling krachtig en fel kan losbarsten.
Op de kaart de familienaam; mijn familienaam die nu nog maar zelden voorkomt in onze contreien nadat de dood hierdoor zijn verwoestende spoor getrokken heeft.
Aanvankelijk zouden we, mijn zus, zwager en ik elkaar ontmoeten op een café-terras waar de blauwe rivier, de Maas, zich als het ware in een bocht omheen gelegd heeft, met uitzicht op de massieve sluizen in de verte. Maar het feeërieke tafereel zou merkwaardig contrasteren met dood, verdoemenis en gruwelijkheid.
De begrafenismis zou plaatsvinden in de kerk aan het plein, genoemd naar de beroemde schrijver, die zijn dorp, het dorp aan de Maas, in zijn beroemde boek heeft verheerlijkt: Antoon Coolen.
Het licht van een mooie zomer zou haar spel spelen op de gemarmerde zuilen in de kerk (en inderdaad: het Licht is in de wereld gekomen en de wereld heeft het niet begrepen). De preek zou bestaan uit een merkwaardige hutspot van Bijbelcitaten zonder klaarblijkelijke samenhang en het "requiem aeternam dona eis" zou de tranen doen rollen.
De zwarte auto met de ondanks alles trotse en fiere vanen aan de voorzijde zou de begraafplaats naderen en elegant en voorzichtig achteruit rijden. Portieren zouden openklappen; men zou de kist naar een zomerse, groene weide dragen, vlakbij het kleine kerkje waar velen haar zouden omringen in een cirkel, ernstig en onder de indruk; jonge jongens droegen een chique en mannelijke stropdas in de uitsparing van het colbertje; het was alsof met deze gebeurtenis voor hen de volwassenheid was aangebroken.
Een nauwelijks hoorbaar gebed zou gepreveld worden; de echtgenote van de overledene, met de diepe tekenen van rouw en verdriet op haar gezicht zou ondersteund worden door haar zoon; de trouwe en manhaftige zoon.
Vol respect zouden de aanwezigen langs de kist schuifelen en nog een laatste afscheidsgroet brengen.
De kist zou bijgezet worden in het geopende graf waar de eerste echtgenote van mijn oom al sinds jaar en dag rust.
Men zou hiervan geen getuige zijn.