INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

Vaders hond

Ach, hoe koesterde hij de hond die ik hem geschonken had - de hond met de cognackleurige vacht en de naam "Rocky"; hoe borstelde hij het dier liefdevol, zorgvuldig en zorgzaam op het kleine plaatsje achter mijn ouderlijk huis; hoe wandelde hij trots met Rocky aan de lijn door de buurt - men roddelde over hem en dacht dat hij "gek" of "gestoord" was wegens zijn onevenwichtige tred (hij trok met één been).

Hij was mijn vader en heeft alles af moeten geven; zijn comfortabele huis met het elegante meubilair, zijn boeken, zijn muziek - en ook zijn dierbare Rocky.
Ik herinner me zo goed hoe men de hond kwam halen; de meedogenloze, onverbiddelijke auto kwam voorrijden in de straat en voerde Rocky voorgoed weg. In het verpleeghuis, te midden van helse kwellingen, ziekte en ongeluk moet vader nog aan zijn lieveling gedacht hebben; in het aangezicht van de ongenadige dood had hij nog zoveel heimwee naar zijn liefste kameraad; wreed en onmenselijk was hun scheiding; een duivel besliste over hun bittere noodlot....