INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

Een geslaagde sollicitatie en wat volgde
Quam cito transit gloria mundi

Zorgcentrum "Padua" in Tilburg is vanuit mijn woning in de Nassaustraat met een wandeling van pakweg drie kwartier gemakkelijk bereikbaar.
In mijn hand draag ik mijn zwarte tasje dat mijn gunstige getuigschrift bevat waarin sprake is van de genegenheid die ik bij eerdere gelegenheden mijn dementerende medemens betoond heb en dus hoop ik in aanmerking te komen om te assisteren bij genoemde ouderen.
Eenmaal in de Hoefstraat aangekomen zoek ik mijn weg door een lange gang, merkwaardigerwijs behangen met allerlei uurwerken, mogelijk erfstukken van overledenen en herinneringen aan hen en ik tref de vrijwilligerscoördinator in het zogenaamde "Bruin Café" en na onze kennismaking en de overhandiging van mijn getuigschrift verklaart zij tegen een receptioniste met een stem waarin diep respect, ontzag en wellicht ook enige ontroering doorklinkt: "Deze mevrouw komt voortaan op zondagavond assisteren in de huiskamer voor dementerenden" en ze begeleidt me naar het genoemde kale vertrek waar de bejaarden hutje mutje de hele dag aan tafel zitten en dat uitzicht biedt op veraf gelegen hoge flats in Tilburg Noord, het panorama waarop ik eens mijn gelukzalige fantasieën en associaties omtrent een liefde die nooit tot vervulling of wasdom is mogen komen, projecteerde.
De daaropvolgende zondagavond treed ik aan; mijn eerste avond breekt aan te midden van degenen die bij de laatste halte zijn beland, voor wie alle hoop vervlogen is.
Met ontroering en veel zelfmedelijden reik ik allen de hand en met tranen in mijn stem verklaar ik: "Ik ben Ineke, een nieuwe vrijwilligster. Ik kom voortaan op de zondagavond".
In een vitrinekast bevindt zich een compleet servies, met theepot en koffiekan, dat de dames en heren dementen mogelijk moet herinneren aan hun verre verleden vol van huiselijkheid, sfeer en gezelligheid, dat voor hen nooit meer aan zal breken, en dat een armzalig restant vormt, dat mogelijk een geluk dient te symboliseren, dat eens ook hun deel was.
Men adviseert me het eten van mevrouw op haar bord dooreen te mengen tot een brij ontstaat waarvan ik kokhals maar die ik haar hapje voor hapje voorzichtig dien te voeren. Mevrouw houdt een grote lieflijke babypop stevig omklemd en geeft geen antwoord op mijn vraag of ze veel van de pop houdt die ze wellicht als het kind beschouwt dat ze al dan niet ooit het leven heeft geschonken. Een andere dame koestert teder een speelgoedhond in haar armen. Na de koffie is het spoedig tijd om te gaan slapen en kan ik huiswaarts keren.
Een bleke zon, omfloerst door blauwachtige nevelflarden zal spoedig ondergaan.....