INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS

 

Het duistere seizoen

Zoals een klein, grijs lokje aan de slapen de oude dag aankondigt van overigens nog jonge en lieftallige personen, zo was te zien aan enkele geel en bruin verkleurende bladeren aan de bomen dat de herfst inzette. En zo trad de winterkou in bij je terugkomst.
Je warrige, grijze haar overdekte je schedel nu in een krans.
In de kamer van onze langjarige gesprekken vond ik je terug, vonden wij elkaar; in je kamer van overjarige vrijgezel en door je zwaar verouderde trekken heen zweemde soms nog de schittering van je jonge jaren, als je ogen oplichtten.
Het duistert in de straten en in de stad. Een seizoen loopt ten einde.