> home
  
    > speciaal
  
    > auteurs
  
    > teksten
  
    > Brabants
  
    > audio

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

◄ Jan Hoevenaars

 

 

Jan Hoevenaars

verhalen


 

De reis

 

Bayeux (Normandie) ligt er nu rustig bij. Het is een plaats die kennelijk heel veel vroeger al haar beste tijd heeft gehad, toen er nog kathedralen werden gebouwd waarop iedereen die niet tijdens de bouw onder de fundamenten versukkeld raakte, trots kon zijn en waar men tapijten van wel 70 meter breide om het roemrijke heden in stof te laten weerkeren. Willem de Veroveraar staat er erg vaak op, evenals zijn tegenstrever Harold van Engeland. Harold verloor eerst zijn hoofd en meteen daarna Engeland. Gelukkig heeft hij er geen weet van gehad. Willem wel. Hij won het hoofd en kreeg Engeland voor de moeite.

Lang nadat Willem de Manche overstak omwille van Harolds hoofd, kwamen de Engelsen in tegenovergestelde richting in 1944 het Kanaal over. Misschien wisten ze niet dat Willem intussen onsterfelijk geworden was, of hadden ze een traditie om eens in de 900 jaar het Kanaal over te steken om de vastelanders mores te leren. Gelukkig kwamen ze op Omaha Beach Adolf tegen zodat er toch nog iets te beleven viel.

Een halve dag verder met de automobiel brengt een reiziger tot het puntje van de Finistère in Bretagne. Als je in zee gedreven wilt worden moet je het hier doen. Er is geen ontkomen aan. De zee, die hier al oceaan genoemd wordt, is meteen ook behoorlijk diep. Dus je kunt je in Plouarzel of Kerhornou niet pootjebadend, zoals bijvoorbeeld in Scheveningen, aan de vijand onttrekken. Behalve zijn kust lijkt Bretonnenland wel wat op Nederland. Het is wat meer gebobbeld en gekreukeld, maar dat komt omdat men hier niet van strijken houdt. Het regent hier, het waait hier en de talrijke koeien flatuleren ook hier de ozonlaag aan flarden.

Eind oktober is de populatie autochtone Bretonnen weer aanmerkelijk groter dan de kolonie seizoensmigranten uit Parijs, Londen en Berlijn. Dat maakt het bestuderen van hun typerende kenmerken een stuk eenvoudiger. Het blijkt nu, in afwijking van eerder gemaakte veronderstellingen, dat Bretonnen, zijnde Kelten overgespoeld uit Cornwall, geen rood, geen kastanjebruin, maar ravenzwart haar hebben en een zeer blanke huid met op de konen, in allerfijnst craquelé, een rouge blos. Dat is dan wel weer in overeenstemming met de observaties die A. Roland Holst maakte in 'Deirdre en de zonen van Usnach', zijn eigenhandig gemaakte Ierse sage. En de Bretonnen zijn de neven (en nichten) van de Ieren en ook nog katholiek ook nog. Dat staat nu wel vast.

 

 

 Neis Vran

De Bretonse kust

in schuimwit water door wind

gebroken blokken