> home
  
    > speciaal
  
    > auteurs
  
    > teksten
  
    > Brabants
  
    > audio

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

◄ Jan Hoevenaars

 

 

Jan Hoevenaars

verhalen


 

Haksel

 

Wie de aanvechting niet kan weerstaan om het woord preskop in de dictionaire op te zoeken, komt tot de verrassende bevinding dat er maar liefst 10 Nederlandse synoniemen worden gegeven: hoofdkaas, kopvlees, postekop, preskop, frut, zult, varkenskop, kipkap, huré, en huufflakke. De redactie is kennelijk niet ook nog in Gilze en omstreken gaan zoeken, anders had ze haksel eveneens aan de verzameling kunnen toevoegen. We hebben daarmee meer synoniemen voor zult dan eskimo's voor sneeuw, zodat we weer een (hoofd-)stukje aan onze nationale trotscanon kunnen toevoegen.

In veel buitenlanden wordt op vergelijkbare manier met de dierlijke overblijfselen omgesprongen. Haggis, andouille, trippa (tripe), en flaki zijn daar de namen voor al zulke gerechten waarvan slechts door wetenschappelijke determinatie is te achterhalen uit welke streek van het dierenlijf de ingrediënten afkomstig zijn, want de inlanders zijn te fier op hun favoriete voer om het ons gewoon te vertellen, of te bang voor hun omzet natuurlijk.

In de buurt van zult duikt dikwijls balkenbrij op. Het soort vlees is dan ook hetzelfde, maar de brij ontstaat door een ruime toevoeging van boekweitpap, die van zichzelf al tamelijk slijmerig is en in combinatie met zult overgaat in lange vettig vellige slierten, niet geneigd om in het gevecht met de zwaartekracht ook maar ergens te breken. Als de balkenbrij met wat  pieterselie wordt opgegroend (of is dat met -t ) begint het sterk te lijken op de langdradige algenkolonies die men doorgaans in de overbemeste slootjes hier te lande aantreft.

Het woord balkenbrij heeft niets met de ons bekende houten balken en balkenenden van doen maar alles met buik of zoals men vroeger zei: balg. Die werd na de slacht eerst zorgvuldig van de laatste restjes vet, peesjes en andere kliedertjes ontdaan om als grondstof voor de balkenbrij te dienen, daarna gelooid en als dat goed gelukt was, werden alle openingen op één na dichtgenaaid zodat er een leren emmer overbleef, of een blaasbalg of een doedelzak, al naar gelang de markt er om vroeg. Het Engelse woord belly is familie van balg, het Nederlandse balgehakt niet. Tot slot: over de smaak van balkenbrij kan men gemakkelijk van mening verschillen

 

 

Hulst

Stug stekelig groen

baart vermiljoenen bessen

lekker voor lijsters