> home
  
    > speciaal
  
    > auteurs
  
    > teksten
  
    > Brabants
  
    > audio

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

◄ Jan Hoevenaars

 

 

Jan Hoevenaars

verhalen


 

Goejanverwellesluis

 

Holland bestond in vroeger dagen uit venige derrie en nu nog steeds, alleen is de laag minder dik geworden, want veen verteert als een hoop mest. Tenminste  als er zuurstof  bij kan. En als je er een vlammetje bij houdt verteert het nog sneller. Dat noemt men dan een veenbrand. Veen moet je daarom pappen en nat houden anders zakt het in. En áls je het nat houdt zak je er zelf in, in de prut. Zo is het dus gesteld met de Hollanders: die zakken.

Om wat aan de lange-termijndreiging te doen heeft men aldaar enkele strategieën ontwikkeld. Allereerst is 'den Hollander' door natuurlijke selectie het langste volk op aarde geworden, geëvenaard slechts door de Dinka die in de moerassen langs de Witte Nijl ook het hoofd boven water proberen te houden. Alleen is den Hollander de laatste generaties veel dikker geworden dan de gemiddelde Dinka, waarschijnlijk om alvast zijn drijfvermogen te vergroten. Samen wordt dit de groei-strategie genoemd.

Tweedens is den Hollander de laatste jaren steeds vaker te vinden op de hogere Brabantse zandgronden. Hij begint meestal als seizoenstrekker op een camping om van daaruit de omgeving te verkennen. Daarna past hij gezinshereniging toe en krijgt hij de beste woning uit het dorp toegewezen. Dit is de voor-het-zinken-het-schip-af strategie. Tenslotte beoefent men daar het al genoemde pappen en nathouden.  Als het weer even opzomert gooien ze de sluizen open, zodat het water uit de rivieren vanzelf de polder in loopt, want zo diep zijn ze al wel gezonken. Maar als de daarop volgende onweersbui iets te fors uitpakt moeten ze weer uit allemacht hozen. Dat doen ze niet meer met windkracht, maar met stoom of zo; in ieder geval van onze belastingcenten.

Eén zo'n sluis regelt het water tussen de Hollandsche IJssel en de aangelegen binnenlanden. Zij luistert naar de wijdse naam Goe Jan Verwelles sluis en was ook van hem, zo rond 1450. Echt bekend werd de sluis pas in 1787. Willem V, een stadhouder en een volbloed Oranje, als we de boeken tenminste mogen geloven, nam in '85 de kuierlatten naar Nijmegen omdat de patriotten in het Hollandse een beetje luidruchtig werden. Zijn gade, ene Wilhelmina van Pruisen, keerde echter in 1787 op eigen houtje en onverveerd terug naar Holland, zoals Pruisen plegen te doen, om de Orangisten te steunen dan wel de patriotten mores te leren. Maar ze werd ter hoogte van Goejanverwellesluis staande- en aangehouden door de patriotten en kwam Holland niet in, waarna ze beledigd en onverrichter zake terug keerde naar Nijmegen en haar Willem. Haar broertje, koning Frederick Willem van Pruisen (u weet wel: die met het te hoge libido en te lage i.q.) liet het er niet bij zitten en kwam met 26.000 man orde op zaken stellen. Zo kon Wilhelmina alsnog de betovergroot-moeder van Wilhelmina worden. Of: hoe elk moeras wel weer een nieuw moeras baart.

 

 

Veen

Ziektes, in het veen ontstaan,

zullen meestal niet venerisch wezen,

want Venus is daar nooit gegaan,

laat staan gaan liggen ......1


 

 


 

1 U mag hier uw eigen favoriete rijmwoord lezen (zogenaamd participatief dichten) of de boel de boel laten.