> home
  
    > speciaal
  
    > auteurs
  
    > teksten
  
    > Brabants
  
    > audio

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

◄ Jan Hoevenaars

 

 

Jan Hoevenaars

verhalen


 

Plattelanden

 

............ Ik voelde me op al die verschillende plattelanden wel erg thuis en bijna altijd was dat omdat ik daar veel herkenbare mensen en zaken tegenkwam, herkenbaar vanuit mijn eigen jeugdbestaan op mijn eigen platteland. Donkere negergezichten, waarin ik aanvankelijk geen enkele individuele tekening kon onderscheiden, werden geleidelijk steeds duidelijker uiteenlopende portretten, gelijkend op mijn eertijdse dorpsgenoten met de bijbehorende karakters.

Ik zag het handmelken door aangenaam ogende boerendochters weer als de normaalste zaak gebeuren. Alleen de vrijelijk ontblote1 meisjesbovenlijven waren thuis hooguit een fantasie,  hier werkelijkheid. Dat zorgt voor onbedoelde oplettendheid. De constructie van hutten, huizen, schuren, stalletjes en andere bouwsels die op een plattelandserf thuis horen, lijkt werkelijk gedaan op manieren die ik al lang kende. Buigzame twijgen houden het stro bijeen op vrijdragende gebinten met pennen strak gezet en met wanden van takken, leem en poep, of het nu in Senegal, India of Egypte is. Geuren van rook, droge koeienstront en gebrande pinda's strijden er om de beste plek. Brede zanderige sporen waaieren uiteen over de omliggende woeste gronden, meanderend om opgedroogde waterplassen, soms terugkerend in de oude bedding, dan weer een geheel nieuwe koers volgend. De akkertjes zijn afgezoomd met een dikke wal doorntakken die zelfs de geiten te machtig zijn. Ze liggen, schijnbaar zonder regie als eilandjes over heel het terrein verspreid.

Tegen de avond komen ze van alle kanten terug, de koeien, in een wolk van stof, voor de vorm opgedreven door een achtjarige herdersjongen,  want het vee weet sinds eeuwen waar de waterplaats is. De troep wordt geleid door het grootste koemens omdat alle stieren reeds lang geleden ver-ost zijn. Dat geeft rust en overzichtelijkheid. Dé stier staat met opgetrokken neus in zijn eigen kraaltje en weet iedere avond weer hoe laat het is.

 

Dennenleed

Het ruikt hier naar de douche

zei het kind uit de stad in het bos

en zijn oogjes begonnen te prikken

niet van dennennaalden


 

 


 

1 Taaleigenaardigheid waarbij men zou verwachten dat het voorvoegsel ont- duidt op het wegnemen van een zaak, b.v. bos in ontbossen. In de samenstelling ontbloten betekent het echter niet het wegnemen van bloot, maar juist het toevoegen ervan. Dit nu leidt tot misverstanden over het dragen van burka's in zwembaden.