Jan
Hoevenaars
verhalen
Zwaan kleef aan
Iedereen kent wel de vogel zwaan en
meestal twee, want de soort is streng monogaam. Zoveel hebben
obsessieve vogelaars wel vastgesteld na een leven van stille
observatie. Met hun lange niet stijve nekken maakt zo'n zwaanspaar
nog wel eens een hartvormig figuur waardoor ze zich duidelijk van
giraffen onderscheiden. Mede daarom associeren we in deze tijd de
witte zwaan gemakkelijk met lieflijkheid en reinheid. Zo niet in het
wat verdere verleden. De zwaan stond toen met enige regelmaat op het
menu van de bestgestelden, al naar gelang het succes van de jacht.
Deze rotaryclubs avant la lettre werden zwanenbroederschap genoemd
en bestaan nog steeds, sommigen met koninklijk bloed in hun leden.
De zwanenbroeder in engere zin handelde in zwanen en aflaten, of
andersom als dat beter uitkwam; het een voor het ander maar nooit
een volle aflaat voor een volle zwaan, want anders zou de negotie
maar doodbloeden, net zoals de zwaan.
Onze psychedelische schilder
Jheronimus Bosch was zo'n zwanenbroeder. Behalve dat hij deze dieren
op at, beeldde hij ze ook af op zijn schilderingen, niet dood en
gebraden, maar als zinnebeeld van lichte zeden potdorie, zoals zijn
werkje over "de marskramer" laat zien. Het uithangbord van al zulke
gelegenheden waar de zeden lichter wogen naarmate de kamertjes
donkerder werden, bevatte in Jeroen's tijd standaard de beeltenis
van een zwaan. Of dit gebruik terug te voeren is op het oud-Griekse
godenverhaal waarin de oppergod Zeus in de gedaante van een zwaan de
mensvrouw Leda overmeestert en -mant, valt niet met zekerheid meer
te achterhalen; wel dat zij het van de god Zeus niet pikte en van de
zwaan wel.
Wie in onze wat rustiger tijd langs
de aloude Hanzeroutes en Hessenwegen en niet te vergeten de
Napoleonsbanen en Teutensporen toert in zijn of haar cabriolet, zal
bij enige oplettendheid ontdekken dat er meer dan gemiddeld veel
uitspanningen met de naam Zwaan (c.q. Swaen; Zwaantje; etc.)
gevestigd zijn langs deze eertijdse snelwegen. Mocht men zich
vandaag de dag aan de genoegens van zulke etablissementen willen
overgeven dan moet eerst gezegd zijn dat de zwanensymboliek door de
eeuwen heen sterk is veranderd. Wat weer niet betekent dat de koffie
er niet naar meer smaakt.
Kouwe kermis
De keukenbroeder van't genootschap
kwam met een hele nare boodschap.
De zwaan die hij zou braden gaan
was bij de kroegmeid blijven staan.
En hij dorst er niet weer henen
want ook zijn geld was daar
verdwenen.
Dus dat maal ditmaal van onze kok
was niet meer dan zijn geschoten bok.
|