Jan
Hoevenaars
verhalen
Hes
Een Hes is een inwoner van Hessen.
Dat is even logisch als dat een inwoner van Assen geen As is en een
Pruis wel weer uit Pruisen vandaan komt. Een hes is ook een kiel,
blauwgeruit en wel. Hoewel geheel zonder nut is het toch wel
interessant om na te gaan of er enig verband tussen deze twee
betekenissen is, in ieder geval interessanter dan te willen weten of
de oerknal, zo die er al was, voor het begin plaats vond of erna.
Alleen wordt dat beter betaald.
In vroeger dagen reden de Hessen,
gezeten op hun hessenwagens, over hessenwegen tussen Hessen, –later
heel Duitsland– en de Lage Landen; eerst naar Antwerpen, maar toen
dat door de Hollanders werd geisoleerd (1585), naar Amsterdam. Op
die wagens hadden ze allerlei spul afkomstig uit de Rijnlanden en
hogerop: kop-en-schotels, glaswerk, rijnwijn, braadworsten
enzovoorts. Het plaatsje Frammersbach had op enig moment wel 450
hessenwagens met bijbehorend personeel binnen de dorpsgrenzen. Ze
spoorden niet helemaal, die Hessen, en hun wagens nog veel minder.
Daarom hadden ze een eigen wegennet waar ze het wegdek, wat er
overigens niet was, naar hartelust aan gort konden karren.
Aangekomen bij de rand van het Hollandse prutveen moest de hele
handel op schepen worden overgeladen, omdat de zware wagens zouden
wegzinken in het moeras. Hessenwegen houden dus op bij Amersfoort of
Zwolle of daar omtrent. Voor de terugtocht werd weer vracht uit
Holland of van overzee geladen.
De voor toenmalige Hollandse
begrippen exotische uitdossing van deze voerlui werd van lieverlee
door de Nederlandse werklieden over genomen, zodat ze bij de tijd en
in de mode waren. De zogenaamde hessenkittel of hessenkiel
werd spoedig af- en ingekort tot hes. En als dat niet waar is, is
het toch wel aardig bedacht.
Te Antwerpen vindt men nog het
Hessenhuis aan het Hessenplein. Deze herberg was 'damals' exclusief
bestemd voor de Duitse vrachtrijders. De onderneming 'Hessenatie'
aldaar vindt zijn oorsprong eveneens in de Hessenhandel.
Langs de oude Hessenwegen vindt men
herbergen en cafes die ook nu nog afgelegen liggen. Ze heten,
behalve natuurlijk 'de Swaen', ook 'de woeste Hoeve', de 'Leste
Stuver' of 'het Planken Wambuis'.
Naast dit alles is HES ook nog de
afkorting voor het hyperesthetisch-emotioneel syndroom,
maar dat wist u natuurlijk allang. De Hessen hadden daar overigens
geen last van.
Vissioen
Ik keek laatst in de buurt van Lommel
heel diep in 't water van de Dommel.
Een zoute haring zwom daar, levend;
en wel zeer stroomopwaarts strevend.
En op de bodem reed een Teutenkar
met op de bok een teute nar.
Zijn karrenzeil was dicht gestreken;
anders zou de waar zomaar doorweken.
Aan 't einde van de stoet
liep ik zelf op wank'le voet.
Ik dronk een slok uit mijn
jeneverglas
dat vol jenever en niet vol water
was.
|