De kunstenaar Frans Mandos
verhuisde in 1963 van Tilburg naar Hilvarenbeek, waar hij met zijn vrouw
Janneke aan de Goirlesedijk ging wonen. Volgens zijn vriend Jan
Naaijkens vormde de verhuizing van Tilburg naar Beek een ‘aanzet tot
een nieuwe uitbottende creativiteit. Hier had hij voorgoed zijn thuis,
zijn nest gevonden’. Een andere vriend van Mandos, de Tilburgse
schrijver Anton Eijkens, is dezelfde indruk toegedaan. ‘Als hij in
1963 van Tilburg naar de Goirlesedijk in Hilvarenbeek verhuist, lijkt
het wel, alsof hij als mens en kunstenaar het spoor terugvindt naar zijn
oorspronkelijke genegenheden, die in de voorbije jaren vaak bedolven
waren onder de zwaarte van het dagelijks werk,’ aldus Eijkens.
Hilvarenbeek heeft van de aanwezigheid van deze levenslustige Brabander
echter veel te kort mogen genieten. In mei 1977 overleed Mandos in het
Radboudziekenhuis in Nijmegen op 67-jarige leeftijd.
Dat Frans Mandos op veel
mensen de nodige indruk heeft achtergelaten bleek wel toen in oktober
1980 in het gemeentehuis van Hilvarenbeek een overzichtstentoonstelling
van zijn werk werd gehouden. Bij de opening van deze retrospectieve
expositie was het ‘zo druk, dat veel belangstellenden na de officiële
opening besloten op een rustiger tijd terug te komen om de kunstwerken
te bekijken’, aldus Het Nieuwsblad van het Zuiden van 27
oktober 1980. Uit de necrologie die over Mandos in De Hilverbode
verscheen, komt duidelijk naar voren dat Hilvarenbeek een bijzondere
persoon, of, zoals in het stuk staat, een ‘beminnelijke mens’, had
verloren.
Veelzijdig kunstenaar
Net als zijn drie jaar
jongere broer Kees, was Frans Mandos een productief en veelzijdig
kunstenaar. Hij was kunstschilder en illustreerde boeken en
tijdschriften als De Meiboom, Brabantia Nostra (waarvoor Mandos
ook het omslag maakte), Rooms Leven, Nederlands volkslied, Tilburg
hoe het groeide, Ons volkslied en vele andere. Bovendien werkte hij
in verschillende kerken, zoals de Antoniuskerk in Valkenswaard en de
kerk van de Tilburgse Sacramentsparochie, en was hij actief binnen de
Kunstkring-Tilburg en de Commissie voor Stadsverfraaiing. Eind jaren
vijftig werkte hij als docent aan de Academie voor Beeldende Kunsten,
waar hij ooit zelf leerling was geweest. Ex-librissen, glas-in-lood,
kaarten, vaandels, vlaggen, menu's, monstransen: er was vrijwel niets
wat Frans Mandos niet aanpakte. Ook mozaïeken maakte hij. Een voorbeeld
hiervan is te vinden aan de buitenkant van het gymnastieklokaal van
basisschool Don Sarto aan de Oude Hilvarenbeekseweg in Tilburg. Deze
werken vormen echter slechts een klein deel uit Mandos’ omvangrijke
oeuvre.
Grote afwezige
Ondanks Mandos’
productiviteit zijn er in Hilvarenbeek, waar hij toch meer dan een
decennium heeft gewoond, maar weinig sporen van hem te vinden. Waar
werken van Jacques Kreykamp (een vriend van Mandos), Hans Claesen, Manus
Evers, Wim van Breen en anderen de openbare ruimte van Beek sieren,
lijkt Frans Mandos de grote afwezige te zijn. Vanzelfsprekend bezit een
aantal Bekenaren werken van Mandos, maar in de straten van het dorp
rondlopend zou men gaan denken dat Mandos uit het beeld verdwenen is.
Maar dat is toch niet helemaal het geval. Aan de Varkensmarkt ligt
namelijk het Likeur- en Frismuseum en daar is werk van Mandos te vinden.
Het Likeur- en Frismuseum
was, volgens haar website, aanvankelijk in een voormalige filmstudio in
de bossen tussen Goirle en Hilvarenbeek gevestigd, maar nadat oprichter
Isidorus Jonkers een leegstaand schoolgebouw aan de Varkensmarkt had
gekocht, verhuisde men daar naar toe. In het gebouw in kwestie huisde
vroeger de ‘H. Petrus Canisiusschool’, een lagere school voor
jongens.
Mozaïeken

Aan de voorkant van het
Likeur- en Frismuseum ziet men boven de ingang twee mozaïeken van de
hand van Frans Mandos. Het ene mozaïek is rechthoekig en bevindt zich
recht boven de ingang, het andere vormt het fronton. Het jaar waarin
Mandos de mozaïeken vervaardigde is op dit moment helaas niet bekend.
Volgens Janneke Mandos moet dat enkele jaren voordat zij en haar man
naar Hilvarenbeek verhuisden gebeurd zijn, dus eind jaren vijftig, begin
jaren zestig. In juni 1957 was het timpaan van de voorgevel van de toen
net verbouwde jongensschool in ieder geval nog niet van een mozaïek
voorzien. In de eerder genoemde necrologie in De Hilverbode
herinnert de schrijver zich dat Mandos aan het driehoekige mozaïek aan
het werken was: ‘We brachten (…) de moed op om naar boven op de
steiger te klimmen waar Frans Mandos dag in dag uit bezig was om met
engelengeduld stukje voor stukje samen te voegen tot datgene wat hem
voor ogen gestaan had, en waarvan hij het ontwerp met grote zorg en
artisticiteit gemaakt had. Al steentjes sorterende en passende en
metende wist hij ons in no time iets over te brengen van datgene wat hem
bij het ontwerpen van deze timpaan bezield had.’

Gelukkig heeft het museum
ten tijde van de verhuizing naar het voormalige schoolgebouw besloten om
de mozaïeken intact te laten. Samen zijn zij namelijk stille getuigen
van de aanwezigheid in het dorp van een belangrijke Brabantse
kunstenaar, die weliswaar oorspronkelijk uit Tilburg kwam, maar die toch
een behoorlijk lange periode Hilvarenbeek met zijn persoonlijkheid en
talent heeft verrijkt. Terecht schreef Jan Naaijkens dan ook dat Mandos’
werk bleef, nadat hij zelf was heengegaan.
