CUBRA
INHOUD GRAFFITI
INHOUD JEROEN KETELAARS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
KUNST
FOTOGRAFIE
BRABANTS
INTERVIEWS

Print  Pagina
Copyright: Jeroen Ketelaars 2004

Pas op voor de stiftenbende - Besterdse boer
Jeroen Ketelaars


Zeispreuk op d’n Besterd

 

 

Guido Gezelle was een actief mens, dat blijkt wel uit Mijnheer Gezelle, de mooie biografie die Michel van der Plas eens over hem schreef. Natuurlijk was hij priester en dichter, maar hij was ook – om maar wat te noemen – oprichter en redacteur van verschillende tijdschriften, en hij was vertaler. En daarnaast was hij ook nog fanatiek verzamelaar van allerhande curiositeiten op het gebied van taal en folklore en bracht zo een schat aan informatie bijelkaar. In deze context moeten we ‘taal’ in de breedste zin van het woord opvatten. Want Gezelles verzameling bestond behalve uit losse woorden bijvoorbeeld ook uit ‘uitdrukkingen, spreken, berijmde en andere, tweelingformules, spreekwoorden van alle slach, akkerspreuken, goede-weekspreuken, weęrspreuken, zeispreuken, folklorica’, lees ik in de eerdergenoemde biografie. Wat in dit rijtje in ieder geval nog ontbreekt, is de verzameling ‘erotica’ die Gezelle aanlegde, de seksueel getinte woorden en uitdrukkingen die hem bijvoorbeeld ter ore kwamen wanneer hij de biecht afnam. Over dit onderdeel van Gezelles taalverzameling kan men lezen in het boekje Gezelles woordentas, van Nienke Bakker.

 

Nu zullen wij in het urbaine Tilburg niet snel een akkerspreuk tegenkomen, vermoed ik, en ook de goede-weekspreuken zullen tegenwoordig niet veel meer gebezigd worden. Maar een andere categorie die Gezelle verzamelde kwam ik een paar weken geleden wél tegen: de zeispreuk. ‘Apologisch spreekwoord’ of ‘wellerisme’ worden ze ook wel genoemd. Kornelis ter Laan schreef in zijn boek Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen dat in de zeispreuk een gezegde ‘aan een bepaald persoon [wordt] toegeschreven, maar dan komt er nog altijd bij, waarom hij het gezegd heeft of onder welke omstandigheden.’ Een voorbeeld van een zeispreuk is: ‘Alle beetjes helpen, zei de mug, en pieste in zee.’ Of, uit de Van Dale: ‘Alles met mate, zei de snijder, en hij sloeg zijn vrouw met de el.’

 

Toen ik afgelopen kerst wat in Tilburg aan het rondfietsen was, kwam ik op een gegeven moment op de Besterd, waar ik de Schaepmanstraat inreed en vervolgens rechtsaf de H.Berkvensstraat nam. In die laatste straat zag ik verschillende poortjes met muren die helemaal volgeschreven waren met allerlei teksten. Hangplekken. Nieuwsgierig naar wat er allemaal voor interessants zou staan, zette ik de fiets tegen de muur en ging een poortje binnen. En laat ik daar nu een heuse zeispreuk zien staan:

 

Kut is kut zei de boer

En naaide z’n varken

Groetjes Kevin!

 

Opgetogen dat ik deze – toegegeven: wel wat groffe – zeispreuk had gevonden, ging ik naar huis om op internet naar informatie over het gevondene te zoeken. Een korte zoektocht leerde mij dat deze spreuk een vrij grote bekendheid geniet en dus helemaal niet zo uniek was als ik veronderstelde. Ik kwam op het web ook nog verschillende varianten op het door mij gevonden exemplaar tegen. Probeert u maar eens met een zoekmachine, dan zult u die varianten ook wel vinden. En stoort u zich dan alstublieft niet te veel aan de groffe taal. Als een negentiende-eeuwse priester vieze praat mag optekenen, dan mogen wij dat vast ook wel.