INHOUD

JOHN VAN ERVE

CUBRA HOME

© John van Erve - Nieuwegein 2019

John van Erve

 


REPARATIES AAN DE WATERMOLEN VAN GOIRLE

 

Ten tijde van molenaar Peter Wouters Verrijt

 

 

Bron: Beeldbank Regionaal archief Tilburg

 

Inleiding

 

 

In 2001 werd door “De vrienden van de molens van Goirle” een schitterend geïllustreerd boek uitgegeven met de titel “Molens in Goirle en Riel”. Auteurs van dit boek waren Ad Vorselaars (†) en Jef van Gils.

 

Op blz.29 en blz.30 van dit boek komen we Peter Verrijt tegen. Over Verrijt staat beschreven, dat hij voor 1652 de Goirlese watermolen al pachtte van Hendrick Jan Gerits van Dijck.

 

Tussen een flinke stapel oude documenten uit het Oud Administratief Archief van de schepenbank van Tilburg en Goirle trof ik een document uit 1617 aan, waarin reparaties aan de watermolen van Goirle werden voorgesteld.[1]

 

In dit document werd Peter Verrijt al genoemd als molenaar van de Goirlese watermolen. De uitwerking van dit document zou een nuttige aanvulling kunnen zijn op het hiervoor genoemde boek.

 

De schrijfwijze van de verschillende onderdelen van molens mag dan wel veranderd zijn, ze dragen nog steeds dezelfde eeuwenoude benamingen. Met betrekking tot de benamingen van de onderdelen en de werking van een watermolen, riepen wij de hulp in van Jan Scheirs. Hij is vrijwillig molenaar op de Kerkhovense Molen in Oisterwijk en lid van de Stichting Molenwereld. Hij wordt bedankt voor de enthousiaste manier waarop hij ondersteuning heeft verleend.

 

Het volledige document wordt in dit artikel in onderdelen besproken. Onder elk deel staat de transcriptie van het betreffende gedeelte. In het originele document staan de reparaties van de buitenkant, de oliemolen en de korenmolen door elkaar. De te repareren onderdelen werden uit het document “gefilterd” en bij elkaar geplaatst. De tekst die geen betrekking op het betreffende onderdeel heeft werd vervaagd.

 

Aan het eind van deze uitwerking staat het document in zijn geheel afgebeeld en wordt het gevolgd door de volledige transcriptie.

 

Met dank aan Gerrit van Heeswijk te Goirle.

 

 

Nieuwegein/Goirle (2019)

John van Erve


 

 

De aanhef van het document

 

 

Dese naervolgende stucken ten aengeven van Peeter de molder tot Goirle geproponeert omme vernieuwt te worddene inde molen tot Goirle voirschreven ende naar dijen tselve doir mij ende Lenart Janssoon van Nerven schepene tot Goirle is geinstiteert ende bevonden datte t behoirt vernieuwt te wordenne soo volght :

 

Gewoonlijk werd de aanhef van de meeste documenten, van welke aard dan ook, aan de rechterkant van het papier gesteld.

 

Peter, de molenaar van Goirle, was degene die heeft aangegeven welke onderdelen (stucken) van de molen van Goirle hij voorstelde om te vernieuwen. Met de molen van Goirle werd de watermolen bedoeld, die aan de tegenwoordige Watermolenstraat in Goirle lag.

 

Molenaar was Peter Wouters Verrijt[a] uit Hilvarenbeek. Er van uit gaande dat men rond het 25e jaar in het huwelijk trad, dan werd hij omstreeks het jaar 1585 geboren. Hij trouwde op 12 juli 1611 in Hilvarenbeek met Adriana Lambertus Fabri. Uit dit huwelijk werden vijf zonen en drie dochters geboren.

 

Peter Wouters Verrijt was de zoon van Walterus Lodewijcks Janssen Verrijt en Elisabeth Jans de Crom. Het beroep van molenaar was Peter Verrijt niet vreemd, want zijn vader was behalve hopman[b] van het Gilde Sint Joris en steenbakker ook nog molenaar. Het gezin woonde op het kasteel Groenendael in Hilvarenbeek.

 

In herberg “het Oijevaersnest” op de hoek van de Koestraat en het Vrijthof te Hilvarenbeek was hij herbergier en bierbrouwer. Hij was een van de rijkste inwoners van Hilvarenbeek.

 

Blindvaren op alleen de voorstellen van de molenaar deed men niet. Zijn voorstellen moesten worden ondersteund door personen van aanzien. Van de twee Goirlese schepenen was Lenaert Janssoon van Nerven de langstzittende. Anthonis Anthonis Aelwijns was zo goed als zeker de schoonvader van Peter Wouters Verrijt. Deze Aelwijns was molenaar op de Heimolen in Hilvarenbeek. Van Nerven en Aelwijns[c] werden aangewezen om de opgegeven vernieuwingen te onderzoeken. Hout was immers kostbaar en het maken van de verschillende onderdelen was een tijdrovend karwei. Zij waren het met de voorstellen van molenaar Verrijt eens en drongen ook op de door hem voorgestelde vernieuwingen aan.

 

  

Vernieuwingen aan de buitenzijde van de watermolen

 

De schuifselen int waterradt te vernieuwen ende te maecken dattet ganckbaer is

 

Men vond dat de schoepen (schuijfselen) in het waterrad, vernieuwd moesten worden, zodat het weer goed en vrij kon draaien.

 

De dooren aen de sluijsen te verdrijven ende te vertobben

 

Een watermolen heeft meestal 2 of 3 naast elkaar staande deuren (dooren). Het zijn verschuifbare verticale houten schotten die door middel van een hefboom of lier omhoog of omlaag kunnen worden bewogen. Ze zijn onderdeel van het sluiswerk, en ze zijn bedoeld om er het waterpeil bij de molen mee te regelen. Als het water voordat het het rad bereikt niet voldoende opgestuwd is, kan de molen niet malen. Als het te hoog opgestuwd is, komt het aangrenzende land nodeloos onder water te staan. Een van die deuren is de maalsluis die na opening zorgt voor het in werking stellen van het waterrad. De andere deur (of deuren) is de lossluis. Deze zorgt voor het afvoeren van overtollig water.

 

In historische woordenboeken werd geen relevante betekenis van ”verdrijven” en  “vertobben” aangetroffen.

 

 

Vernieuwingen aan de korenmolen

 

Inden iersten een nieuwe assche inde coorenmoolen

 

Allereerst moest er in de korenmolen (coorenmoolen) een nieuwe as worden aangebracht.

 

Het rinckhout inde coorenmoolen te laten sincken met eene nieuwe bus te stercken

 

In een korenmolen liggen twee maalstenen op elkaar. Het graan wordt door de molenaar via een trechter tussen deze maalstenen gebracht. Rond de onderste maalsteen is het ringhout (rinckhout) aangebracht. Deze ring draagt de houten kuip die rond het koppel molenstenen geplaatst is, en die kuip moet ervoor zorgen dat het meel bij elkaar blijft en niet op de vloer van de molen terecht komt. Door het malen is deze onderste steen waarschijnlijk dunner geworden en moet het ringhout wat lager worden gemaakt (sincken). In de onderste steen bevindt zich ook een gat dat met een cilindrisch hout is opgevuld. Dat is de bus. Door het gat in de bus steekt een dunne ijzeren spil, die zelf draait en die ook zorgt dat de bovenste steen kan draaien.

 

 

Vernieuwingen aan de oliemolen

 

Inde oliemoolen eenen nieuwen coninxstoel

 

De koningsspil of koning is de naam voor een grote, verticaal geplaatste houten hoofdas in het gaande werk van de molen. De koningsstoel (conincxstoel) is een stevige houten constructie om de bedoelde as te kunnen dragen. De houten constructie moest worden vernieuwd.

 

Een nieuwe lanterne boven inde selve oliemoolen met eenen nieuwen ganck int radt boven off inden coninck

 

De lantaarn (lanterne) is een betrekkelijk klein wiel, dat bestaat uit 2 houten schijven waartussen een aantal cilindrische staven, ook van hout, is aangebracht. In zo’n wiel ontbreken dus de kammen (tanden) die in grotere molenwielen zitten. Het is niet zeker wat de functie van de lantaarn is geweest. Zeker is wel dat zo’n lantaarn heeft samengewerkt met een wiel met kammen. Al die kammen samen werden een gang (ganck) genoemd. Zowel de lantaarn als deze gang kammen moesten worden vernieuwd.

 

De oliemolenbanck op te nemen ende deselve vast te leggen dat se nijet en heft

 

Onder het loopvlak van de 2 verticale molenstenen van de oliemolen strooit de molenaar het te persen zaad uit. Na verloop van tijd is het zaad tot een pulp geplet. Deze pulp wordt eerst tot circa 40 graden verhit en wordt daarna verdeeld over enkele lange, maar smalle linnen zakken. De molenaar legt die zakken eerst op de slagbank (in dit document oliebank genoemd) en verdeelt de pulp gelijkmatig over de zakken. Daarna wordt er een bescherming om de zakken gedaan en plaatst de molenaar deze zakken schuin verticaal in 2 gleuven van de slagbank. Tussen de beide zakken is een houtwerk met een verticale uitsparing. Daarin wordt een houten wig geplaatst, die vervolgens door de hei-installatie boven de slagbank in de uitsparing wordt gedreven. Door de grote druk druipt de olie uit de zakken en wordt deze opgevangen in een bak. Daarna wordt de pulp nogmaals onder de maalstenen geplet en na verloop van tijd tot 70 graden verhit. Op dezelfde manier wordt nu de rest van de olie uit de pulp geperst. Wat overblijft zijn een soort van koeken, die aan het vee worden gevoerd.

 

Voor de reparatie was het nodig, dat de eikenhouten slagbank, die groot van afmetingen en bijzonder zwaar was, eerst werd opgetild om daarna stevig te worden vastgezet. Dit moest voorkomen dat de slagbank door de krachten die erop werden uitgeoefend werd opgetild.

 

 

Voorwaarden en afspraken

 

Zo tallen twelck des voirschreven is Herman de Roij secretaris tot Tilborch vuijtten name van mijn edele heer van Tilborch sal wijsen ende leveren thout sonder dat den naervolgenden aennemere daer inne gehouden sal sijn Ende sal voirts deselve aennemere alle de voirschreven especificande stucken moeten maecken ende leveren op sijnen coste ende laste inde voirschreve moolen ter goeder mans curinge ende lossbanlijcken daeret alles inde moolen daerinne tselve gedaen ende gerepareert sal wordden sal wesen ganckbaer # tot Wamis eerstcomende voirden eersten dach van october dat den molder daerover egeen interest lijden off actie pretenderen sal

 

Herman de Roy was van 1602 tot en met 1620 secretaris van Tilburg en Goirle en van 1620 tot en met 1650 was hij schout van deze heerlijkheid. Een man van aanzien dus ! Hij handelde bij dit document uit naam van de heer van Tilburg en Goirle. In 1617 was dat Adriaen van Malsen. Hij was de zoon van Huijbert van Malsen die in 1612 was overleden.

 

Afgesproken werd dat de heer van Tilburg en Goirle de bomen zou aanwijzen, waaruit hij het benodigde hout voor de reparaties zou leveren. Dat de aannemer hier eventueel voor zou moeten zorgen werd in dit document uitgesloten.

 

Wel moest deze aannemer de nauwkeurig beschreven onderdelen (stucken) voor eigen rekening maken en leveren. Daarna moesten de onderdelen in de molen worden aangebracht en door een betrouwbaar persoon worden gekeurd (ter goeder mans curinge). Die persoon moest uiteindelijk definitief (lossbanlijcken) alle reparaties aan de molen goedkeuren en vaststellen dat deze weer naar behoren werkte (ganckbaer was).

 

In de marge staat, dat de reparaties voor de eerstkomende Bamis[d], de feestdag van Sint Bavo op 1 oktober, gereed moesten zijn. De molenaar kreeg geen geldelijke vergoeding en kon daarop ook geen aanspraak maken.

 

Voir allen dwelck des voirschreven is die voirgenoemde Herman de Roij heeft gelooft Jacobben Sebastiaenss de moldere aennemere inne desen de somme van tweenvijftich Carolus guldens ende een halfe tonne biers op sijnens Jacobs coste ende laste soo voirschreven staet de voirschreven stucken inde voirschreven oliemoolen te leveren.

 

Door molenaar Peter Wouters Verrijt was Jacob Sebastiaenssen als aannemer aangesteld. Voor het leveren van de onderdelen en zijn werkzaamheden beloofde Herman de Roij hem 52 Carolus guldens en een halve ton bier te geven. Jacob moest op eigen kosten de onderdelen voor de oliemolen leveren.

 

Ende heeft die voirschreven Jacob voir d effect ende t volbrengen van desen verbinden sijnen persoon ende alle sijne goeden hebbende ende vercrijgende:  Des soo heeft die voirschreven Herman de Roij genomen sijn beraet van ses dagen omme mijn edele heere van Tilborch hieraff

te mogen adviseeren

 

Aannemer Jacob Sebastiaenssen beloofde de opdracht te zullen uitvoeren. Een vaste zin in overeenkomsten was, dat iemand zijn persoon en zijn goederen, die hij al bezat of nog zou gaan bezitten, daaraan verbond. Het wilde niets anders zeggen, dan dat hij persoonlijk aansprakelijk kon worden gesteld als er iets met de reparatie mis zou gaan. Mocht hij niet in staat zijn om een eventuele financiële claim te betalen, dan konden zijn roerende of onroerende goederen verkocht worden.

 

Secretaris Herman de Roij nam 6 dagen om zich te beraden of hij de heer van Tilburg en Goirle van advies zou dienen.

 

 

Datering en ondertekening

 

 

Aldus gedaen ter presentie van Lenart Jansssoon van Nerven schepenen Antonis Antonis Alewijnssoon ende Peeter Wouterssen Verrijt molder tot Goirle den tienden augusti 1617 ende comt op conditie ende berauw vande ses dagen soo voirschreven stont Lenaert Janssen van Nerven Antonijs Antonis Aeluins Peeter Woutersen Verrijt

 

Het document werd afgesloten met het opsommen van degenen die bij het opstellen ervan aanwezig waren.

 

Het document werd op 10 augustus 1617 gedateerd en de voorwaarde van de 6 dagen bedenktijd werd hier nog eens vastgelegd. De bedenktijd werd enkele zinnen eerder nog beraet genoemd, maar aan het eind werd er berauw opgetekend. Dit woord berauw moet gelezen worden als “spijt hebben van de gemaakte afspraken”.

 

Alewijns werd ook wel geschreven als onder meer Aelewijns, Aelwijns en meer andere varianten. De ondertekening als Aeluins is bijzonder omdat, gezien het handschrift, er van uitgegaan mag worden dat de ondertekenaar kon lezen en schrijven. Verwacht zou dan ook kunnen worden dat hij zou ondertekenen met een van de hiervoor geschreven namen.


 

Het volledige document

 

 


 

Transcriptie van het volledige document

 

 

 

 

Dese naervolgende stucken ten

aengeven van Peeter de molder

tot Goirle geproponeert omme

vernieuwt te worddene inde molen

tot Goirle voirschreven ende naar

dijen tselve doir mij ende Lenart

Janssoon van Nerven schepene

tot Goirle is geinstiteert ende

bevonden datte t behoirt vernieuwt

te wordenne soo volght :

 

 

Inden iersten een nieuwe assche

inde coorenmoolen

 

 

 

Inde oliemoolen eenen nieuwen coninx

stoel

 

 

 

Een nieuwe lanterne boven inde

selve oliemoolen met eenen nieuwen ganck

int radt boven off inden coninck

 

 

 

De oliemolenbanck op te nemen ende deselve

vast te leggen dat se nijet en heft

 

 

 

Het rinckhout inde coorenmoolen te

laten sincken met eene nieuwe bus

te stercken

 

 

 

De schuifselen int waterradt te  

vernieuwen ende te maecken dattet

ganckbaer is

 

 

 

De dooren aen de sluijsen te verdrijven

ende te vertobben

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

# tot Wamis

eerstcomende

voirden eersten

dach van october

dat den molder

daerover egeen

interest lijden

off actie pretenderen

sal

 

Zo tallen twelck des voirschreven is Herman de

Roij secretaris tot Tilborch vuijtten name van

mijn edele heer van Tilborch sal wijsen ende

leveren thout sonder dat den naervolgenden

aennemere daer inne gehouden sal sijn Ende

sal voirts deselve aennemere alle de voirschreven especi

ficande stucken moeten maecken ende leveren

op sijnen coste ende laste inde voirschreve           

moolen ter goeder mans curinge ende

lossbanlijcken daeret alles inde moolen

daerinne tselve gedaen ende gerepareert

sal wordden sal wesen ganckbaer # Voir

allen dwelck des voirschreven is die

voirgenoemde Herman de Roij heeft gelooft

Jacobben Sebastiaenss de moldere

aennemere inne desen de somme van

tweenvijftich Carolus guldens ende een halfe

tonne biers op sijnens Jacobs coste ende laste soo voirschreven          

staet de voirschreven stucken inde voirschreven

oliemoolen te leveren. Ende heeft die voirschreven Jacob

voir d effect ende t volbrengen van desen verbinden

sijnen persoon ende alle sijne goeden hebbende

ende vercrijgende:  Des soo heeft die voirschreven

Herman de Roij genomen sijn beraet van ses

dagen omme mijn edele heere van Tilborch hieraff

te mogen adviseeren Aldus gedaen ter

presentie van Lenart Jansssoon van

Nerven schepenen Antonis Antonis

Alewijnssoon ende Peeter Wouterssen

Verrijt molder tot Goirle den tienden

augusti 1617 ende comt op conditie ende

berauw vande ses dagen soo voirschreven stont    

 

 

 

 

Lenaert Janssen van Nerven

Antonijs Antonis Aeluins

Peeter Woutersen Verrijt

 

       

 

 

[a]     Werd ondermeer ook geschreven als Peter Walterus Verrijt en Peter Gualterus Verrijt.

[b]     Hoofdman.

[c]     Zijn naam staat aan het eind van dit document als medeondertekenaar vermeld.

[d]     De opsteller van het document schreef Wamis in plaats van Bamis.

 

Bronnen:


[1] (RAT) Tilburg en Goirle OAA inv.nr.2909 (nieuw) (10-8-1617)

 

Molens in Goirle en Riel – Van dorpsfabriek tot levend monument (Ad Vorselaars en Jef van Gils – 2001)

www.molenwereld.com