CuBra
INHOUD STACHOWITZ
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO
SPECIAAL

Juanita Stachowitz

Een nieuwe lente, een oud geluid

Het is lunchpauze. Op de gang is het rustig, de grote uittocht naar de kantine is al voorbij. Zoals steeds in de afgelopen weken heeft ze ook vandaag op haar werkplek gegeten. Zo hoeft ze haar dieet niet met collega’s te bespreken en kan ze niet zwichten voor de uitgestalde dikmakers. Ze hapt het laatste stuk van haar knäckebröd met 20+ kaas en sluit haar lunchbox.

Het is heerlijk weer en er is nog tijd voor een wandeling. Even frisse lucht en calorieën verbruiken.

Het loopt heel wat gemakkelijker nu ze twaalf kilo lichter is. Nog drie te gaan, die lastige laatste kilootjes. Om moed te houden heeft ze zichzelf dit weekend beloond. Een bezoekje aan de kapper voor een vlotte coupe, een afspraak met de schoonheidsspecialiste voor wat jaartjes strakker en een trendy outfit voor twee maatjes minder.

Het was allemaal niet voor niets geweest. De op deze maandagochtend geoogste complimentjes over haar uiterlijk smaken naar meer. Aan het begin van de winter had haar veertigste verjaardag haar nog een sombere mijlpaal geleken. Zoals ze zich nu voelt kijkt ze ernaar uit om het omslagpunt groots te vieren.

Lentekriebels, denkt ze terwijl ze de geur van de bloesembomen opsnuift. Een soort verliefdheid, maar dan op het leven. Misschien wordt dit het seizoen dat ze ‘hem’ ontmoet.

Als ze met verende tred langs een flatgebouw loopt, wordt ze nagefloten. Zo’n bouwvakkersfluitje: schril, ordinair en uitdagend. Als tiener haatte ze dat. Het maakte haar zo bewust van haar vrouwelijke rondingen dat ze met tegen elkaar slaande knieën zo snel mogelijk doorliep. Ook nu voelt ze een blos op haar wangen komen, maar dit is anders. Haar hart bonkt. Ze wordt opgemerkt, ze is de moeite waard. Nog steeds of zelfs meer dan ooit, wat maakt het uit!

Ze vertraagt haar pas, recht haar rug en flaneert als een mannequin langs het gebouw. Zou ze het doen, kijken in de richting van het fluitje? Morgen, besluit ze. Ze checkt haar horloge. Tien voor een. Morgen, zelfde tijd, zelfde plaats.

Het leven zou inderdaad wel eens bij veertig kunnen beginnen.

Op het balkon drie hoog schuifelt Toon op zijn sloffen met schijfjes appel op een schoteltje naar de kooi.

"Goeie smaak, Japie" zegt hij goedkeurend als hij over de balkonrand de heupwiegende wandelaarster nakijkt. Hij houdt de papegaai het eerste schijfje voor en verzucht: "Als ik veertig jaar jonger was …" In het hoofd van Toon wordt het even lente.