CUBRA

INHOUD LAMBERT G. DE WIJS
HOME 
BRABANTS
TEKSTEN
AUTEURS

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - dinsdag 11 april 1933

 

 

Op den 100sten Geboortedag van Henri van Groenendael 1

 

Heden, 11 April, is het 100 jaar geleden, dat een werkelijk groote figuur uit het Tilburgsche muzikale leven voor het eerst het levenslicht aanschouwde. Die figuur is Henri van Groenendael; wat hij voor het Tilburgsche muzikale leven in gansch zijn omvang heeft gedaan, is niet te benaderen; allen die op dit gebied iets gepresteerd hebben, hebben van Van Groenendael de grondbeginselen geleerd, op welke grondbeginselen een leven van succes is opgebouwd geworden. Noemen wij in dit verband slechts namen als de beroemde tenor Jac. Urlus en de baszanger Louis van de Sande. Gaarne kwijten wij ons dan ook van een dubbelen plicht om, bij zijn 100sten geboortedag, eenige woorden van hulde en dankbaarheid aan zijne nagedachtenis te wijden. Eenerzijds een plicht jegens den muziekpaedagoog, anderzijds een plicht jegens zijne vurige vereerder, den heer Louis Meelis z.g. 't Was op 28 November 1929, dat wij den volgenden brief ontvingen:

 

.......... Gaarne had ik, dat U de collectie bij elkaar bewaarde in Uw archief, alsook het bidprentje van H. van Groenendael, dan kunt U over 3 jaren van dit epistel (kleine levensbeschrijving van H. van Groenendael) gebruik maken; ik ben zoo zoetjes aan 't aftakelen, al 71½, en heb het aan de luchtpijpen, maar zou toch gaarne den 100sten verjaardag van H. van Groenendael meemaken.

 

Vriendschappelijke groeten,

Louis Meelis.

 

Nu zijn ruim 3 jaren verloopen, onze vriend Louis Meelis zingt een eeuwig jubellied te samen met Van Groenendael, die in Tilburg zoovelen in kerk, kapel en congregatie tot pieuse dankbaarheid in jubelklanken heeft aangewakkerd en liefde tot de kunst heeft aangekweekt. Laat ons dan in piëteitvolle herinneringen aan beiden onzen vriend Louis Meelis 't eerst aan 't woord, 't is een huldewoord vanaf de overzijde van 't graf.

 

Henri van Groenendael

Ja! Henri van Groenendael! En waarom? Omdat schrijver dezes (L.M.) er veel van weet te vertellen. "Harrie Grünendaal" verdient herdacht te worden! (Over 3 jaar zou hij 100 jaar worden.) Een 60 jaar geleden was hij mijn leeraar in het gregoriaansch; destijds "Leuvens", iets later "Mechelsch", weer wat later "Janssens", toen "Regenburgsch", ten slotte "Solesmes". 't Werd allemaal als echt en de ware kerkmuziek aangediend en dan maar weer beoefend! Ik hoop voor mijn opvolgers (directeur van kerkkoor), dat ze nu maar met "Solesmes" sluiten.

Na dezen tusschenzin ga ik verder. H. van Groenendael gaf les aan zijn huis. En hoe het kwam begrijp ik niet, we leerden gregoriaansch spelende. Hij leerde ons met transpositie zingen. Ook in de moderne muziek moesten wij transponeeren. Een kruis aan de sleutel werd sol = do. Een mol aan de sleutel werd fa = do enz. enz. Van Groenendael doceerde steeds de grondtoon van eene compositie als do, waarop dan de gewone gamma werd opgebouwd. En werkelijk moet ik bekennen, dat ik in mijn verder leven van de transpositie veel genoegen en gemak heb ondervonden, niettegenstaande de tegenwoordige leeraren er niets van moeten hebben. (Mogelijk omdat ze 't niet kennen!) Op 't klein Seminarie werd onder professor Artnijs ook transpositie gebruikt. Vele oud-seminaristen o.a. Jan van Bommel, Leo Swagemakers, Constant Lombarts enz. brachten het systeem transponeeren mede naar Tilburg en dweepten er mee, vandaar dat de zangkoren Heuvel en 't Heike zoo goed op 't eerste gezicht konden zingen. Meermalen werd onder Leo Swagemakers' directie op 't Heuvelsche koor een nieuwe Mis prima vista gezongen. Op een concours voor mannenzang werd in de afdeeling prima vista door de Souvenir een eerste prijs behaald. Aan dit grondige muzieklezen heeft Henri van Groenendael zijn sporen verdiend. Behalve op vocaal gebied doceerde Van Groenendael ook instrumentale muziek en vele zijner leerlingen werden werkend lid der N. Kon. Harmonie. Hij zelf is nog een tijdje directeur der N. Kon. Harmonie geweest.

Toen in het begin der zeventiger jaren, door Leo Swagemakers en Klaas Daamen en anderen, de Tilburgsche zangschool werd opgericht, bovenzaal school monsieur Borsten, werd Van Groenendael aangesteld als directeur. Er werd druk gebruik gemaakt van de school en deze werd niet alleen bezocht door bewoners van wijk Heuvel en Kerk, maar ook door geheel de stad werd er van geprofiteerd. Er was in dien tijd voor de jeugd bijna geen afleiding als in de muziek. De Kon. Liedertafel, de N. Kon. Harmonie en de harmonie Orpheus, dat waren de gelegenheden waar men verstrooiing en genot moest zoeken, als ook met het lidmaatschap van de kerkkoren. Er waren toen nog geen voetbalclubs, sportclubs, dansclubs, geen wielerbaan, zelfs geen fietsen. (Vriend Louis verliest zich dan eenige ogenblikken in oude herinneringen.)

Henri van Groenendael woonde in het Kerkstraatje achter Van Sprang, den bakker (ijzermagazijn van Jan Bressers). In zijn jeugd was hij klokkenreparateur, doch zooals het met de meeste artiesten gaat, helde hij meer naar de kunst over. Toch verloochende hij zijn stiel niet. Hij regelde de gemeenteklok op den toren van 't Heike, draaide deze op tijd op en maakte dat deze nooit van slag was en... deze functie bezorgde hem op hoogeren leeftijd een klein pensioentje (waaraan schrijver dezes, L.M., als lid van den raad nog voor gezorgd heeft).

Intusschen werd Van Groenendael al ouder en ouder. Hij vertrok naar de Langestraat en gaf daar nog particuliere muzieklessen. Zij die hiervan profiteerden, vertelden mij zeer dankbaar te zijn voor zijn onderwijs. Ongelukkiger wijze had hij vergeten om rijk te worden en omdat hij niet rijk was, werd hij vergeten. De citroen was uitgeperst. Middelerwijl ontstonden diverse muziekscholen in geheel de stad met subsidies van vereenigingen of van de gemeente en toen Henri van Groenendael het bijltje er bij neerlegde op 22 Februari 1921 was de goede man 84 jaar geworden. Zoo nederig als hij altijd geweest was, zoo nederig zou hij begraven worden.

Niemand in Tilburg, geen enkel blad of tijdschrift had gewag gemaakt van zijn ziekte en evenmin van zijn overlijden en als ondergeteekende (L.M.) niet toevallig een dag te voren vernomen had, dat voor Van Groenendael in onze St. Josephkerk, Heuvel, eene uitvaartdienst zou plaats hebben, dan was de verdienstelijke man heelemaal zoetjes en stil naar beter gewesten vertrokken (1). Als oud-leerling en directeur van het zangkoor St. Joseph trommelde ik een aantal choristen, oud-leerlingen op en 't moet tot hun eer gezegd worden, zij gaven aanstonds en bereidwillig aan mijn roepstem gehoor om den volgenden morgen om half negen de Requiemmis te zingen. Wat heelemaal niet gebruikelijk is in de Mis van half negen, legde ik de Requiem van Perosi uit en werd deze in zijn geheel zonder coupures uitgevoerd, op de wijze zooals men gewoon is met de Requiemdiensten van half tien en tien uur.

Direct na de H. Mis kreeg ik een onderhoud met Pastoor Brekelmans, die mij ten zeerste verwonderd vroeg: "Hoe heb ik het nu, om half negen de Mis van Perosi?" "Ja, mijnheer Pastoor," antwoordde ik, "de Mis van Perosi en wel voor een man, die dit dubbel en dwars verdiend heeft om zulk een eer bewezen te worden, al was het alleen maar voor wat hij voor den kerkzang gedurende meer dan een halve eeuw heeft gedaan." Met deze toelichting was zijn Eerwaarde ten volle bevredigd en keurde mijn handelwijze goed.

Mijn werk was echter niet af en zond een verslagje aan de N.T.Crt. die dit in 't blad van denzelfden dag opnam. Tot mijn spijt was de tijd te kort geweest om van het afsterven van den verdienstelijken man meer bekendheid te geven, anders zouden veel meer oude bekenden zijne begrafenis hebben bijgewoond. Toch kreeg ik een onverwachte voldoening. Ik ontving nl. van de kinderen het volgende schrijven:

 

Tilburg, 3 Maart 1921

 

Weled. Heer Louis Meelis,

Wij kunnen niet nalaten onzen hartelijken dank te betuigen aan directeur en werkende leden van het zangkoor St. Joseph voor de laatste eer en bijzonder voor de mooie gezangen gedurende de H. Mis aan onzen goeden vader bewezen.

 

Met de meeste hoogachting,

Kinderen H. v. Groenendael.

 

 

Nog een uitdrukking van Van Groenendael: "Men moet spelende leeren."

 

 

Tot zoover onzen vriend Louis Meelis. Uit bovenstaande blijkt genoeg hoe 'n innige vereering hij voor Van Groenendael koesterde en wat een edel werk hij verricht heeft door hulde aan zijne nagedachtenis te brengen bij den laatsten gang. Van Groenendael is werkelijk waard geëerd te worden, want hij heeft onschatbaar werk aan de opbeuring van het muzikale peil en kunstliefde verricht.

In onze slotbeschouwing zullen wij dieper ingaan op het werken van deze markante persoonlijkheid en zien hoe zijne familie bijna 200 jaren lang groote verdienste voor het muzikale leven in onze stad heeft gehad.

 

(Slot volgt)

 

GERARD VAN LEYBORGH

 

 

1. Dat is nu eenmaal het lot van lui, die iets voor de maatschappij gedaan hebben en daarom moet alles, waarbij men hier dank heeft, meevallen. (GvL)