CUBRA

INHOUD LAMBERT G. DE WIJS
HOME 
BRABANTS
TEKSTEN
AUTEURS

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 26 oktober 1940

 

 

De laatste Tilburgsche huiswever 1

 

't Is wel opmerkelijk, dat juist in onze dagen van groote beroeringen op politiek gebied, welke groote staatkundige en sociale veranderingen brengen en welke ook van grooten invloed zijn op de Tilburgsche zakennijverheid, waarvan de gevolgen ofwel in 't voordeel, doch hopelijk niet in 't nadeel, nog niet zijn te overzien, zich een feit heeft voltrokken, dat een mijlpaal is in de geschiedenis der Tilburgsche zakennijverheid. Wij zouden dit feit wel met groote letters willen schrijven op een zeer voorname bladzijde in de geschiedenis van Tilburg, het feit dat de laatste handwever in onze stad er het bijltje bij heeft neergelegd, zooals de uitdrukking in 't algemeen wordt gebruikt, doch dat in de wolnijverheid meer concreet beteekent: Frans van Geloven, de laatste Tilburgsche huiswever, heeft zijn laatste stuk geweven; de schietspoel heeft opgehouden van links naar rechts en heen en weer te snorren; de lade drijft niet meer met regelmatige slag de inslagdraden met het stalen riet te samen; de kammen ruischen niet meer langs de gespannen kettingdraden; de ophaalboom torste voor 't laatst het strak gespannen weefstel, een ruk… er komt ontspanning, lade en kammen dienen voor 't "optafelen". Frans van Geloven levert het laatste product der huiswevers aan zijn werkgeefster: de Firma H.F.C. Enneking.

Reeds voor eenige jaren had de firma Enneking, die het vak van huiswever zoo lang mogelijk in stand heeft gehouden, uit piëteit voor een oud en eerbiedwaardig ambacht, Van Geloven aangeboden wegens zijn ouderdom het werk neer te leggen en van een welverdiende rust te gaan genieten, maar dat wilde de nog krasse man niet; nu meende de firma echter dat het genoeg was en met zachten drang wist zij hem te overtuigen, dat het moest, dat de hooge leeftijd, welke God hem geschonken had, hem rechten maar ook plichten bracht. Trouwens de goede man begon de teekenen van zijn ouderdom ook te voelen en daarom zou langer uitstel niet verantwoord zijn. Zij bood den man aan zich te vestigen in een rustig tehuis te Udenhout, waar hij met alle mogelijke zorg en liefde omringd zou zijn, en zijn laatste dagen gelukkig te slijten.

Zelf bracht de heer H. Enneking hem naar zijn aanstaande tehuis en deed hem door een doctor geneeskundig onderzoeken om hem van een vermeende kwaal te genezen. Dat vond hij best, maar blijven, dat niet, zijn Tilburg, waar hij 81 jaren geleefd had, dat hij had zien groeien en bloeien, waar hij de ups en downs der lakenindustrie had medegemaakt, dat nooit. Zijn huis en hof waren hem dierbaar, zijn weefgetouw was zijn heiligdom; zijn geheele leven door had Van Geloven hier gewerkt en gezwoegd, had veel lief en leed met de Tilburgenaren medegemaakt, zijn geboorteplaats verlaten kon hij niet; te midden van zijn vrienden wil hij zijn laatste levensdagen slijten. Moge hem een aangenamen levensavond geschonken zijn, want een onbekommerde ouderdom is hem gewaarborgd.

Nu de laatste Tilburgsche huiswever voor altijd van zijn getouw "geklommen" is (1) en welke slotbeweging hij nog met jeugdige moed verrichtte, meenen wij daarin eene gereede gelegenheid te vinden om eenige bladzijden aan de geschiedenis van de Tilburgsche zakennijverheid te wijden, meer bijzonder aan de huisindustrie het weven, welke periode hiermede is afgesloten. Daarin vonden wij nog te meer aanleiding, omdat de Heer Enneking, van de Firma H.F.C. Enneking, voor wie de laatste huiswever de laatste jaren werkzaam was en die hem nu met pensioen doet gaan, ons welwillend in de gelegenheid stelde te samen een onderhoud met Frans van Geloven te hebben, ten einde iets meer van zijn levensloop te kennen en eenige bijzonderheden uit het huisweversambacht op te teekenen. Bij dit onderhoud was de fotograaf aanwezig om den weefveteraan te vereeuwigen.

Zoo togen wij dan jl. Maandag te 3 uur naar de Tongerlosche Hoefstraat no. 3 om den ouden man te ontmoeten. Hij liet zich zijn 81-jarigen ouderdom niet aanzien, hoewel de teekenen van het verleden niet onopgemerkt voorbij zijn gegaan, hij bewoog zich nog met flinken tred zonder zweem van wat wij in het Tilburgsch zoo karakteristiek aanduiden: "door het huis taffelen". Zijne woning is niet het type van een oud wevershuis, doch het type zoo tusschendoor, woning voor fabrieksarbeider en zoo noodig voor huiswever; een huis, dat voor 50 jaren "modern" is geweest, doch met het oude gebrek "met de deur in huis te vallen". Het interieur is echter meer naar het oude, netjes, met het crucifix boven de deur en heiligenbeelden op het kabinet, de vertolking van het "ora et labora"; een echt katholiek huis.

En zoo begonnen wij, na een korte begroeting, waarbij Van Geloven nog blijk gaf van een goed geheugen, door een voorval van vóór 50 jaren uit onze familie aan te halen, nl. onze terugkeer in Tilburg.

"Wanneer ben je wever geworden?"

"Op m'n 14de jaar; ge weet ik moest eerst mijn eerste communie gedaan hebben en dat was vroeger omstreeks 12 jaren. Van te voren was ik spoelder (2)."

"En wat was zoo wat je eerste werk?"

"Eerst moest ik de wever helpen om het te leeren, zooveel als bij-wever; doch spoedig deed ik het zelf en weefde toen Bokkebaai (3), later ben ik op de buks gegaan (4)."

Wij lieten den goeden man den loop over zijne oude herinneringen en hem daarover eenigen tijd doorkeuvelen. Wij vernamen, dat de wevers zich allerhande werk zagen toegewezen al naar gelang de langzaam wisselende mode dit vorderde. Nadat de bokkebaai en buks zijn werk was geweest, kreeg hij het zoogenaamde "winkelwerk". Dit winkelwerk bestond uit vries, perls, duffels en meer benamingen (5).

"Herinnert ge nog uw eerste patroon, of beter gezegd, voor wien hebt ge het eerste geweven?"

"Dat was voor Bart Mutsaerts (A.A.N. Mutsaerts)."

"En hoeveel verdiende je toen?"

Dat was voor hem wel een moeilijke vraag, want het was zoo lang geleden en het loon liep zoo ver uiteen en verschilde al naar er goede en slechte tijden waren. Na eenigen tijd nagedacht te hebben, antwoordde hij:

"In 't begin kreeg ik 7 à 8 ct. per streen, later klom dit op tot 13 ct. per streen. (Streen = streng is een lengtemaat in de spin- en weefindustrie. Een knap is 100 ellen, een streng is 24 knap = 1680 meter.) Het was echter een goede tijd voor de wevers, we kwamen er best," zoo verzekerde hij, "we hadden werk volop, daarbij was de huishuur laag, 50 ct. per week, zoo woonde ik 27 jaren achtereen in hetzelfde huis voor dien prijs, teelde een hoekske aardappelen, mestte voor den winter een varken; een huis met grond kon men koopen voor 300 à 400 gulden, op afbetaling, in 6 jaar hadden we dit afbetaald en zaten op ons eigen."

Dan verhaalt Van Geloven, hoe er ook vóór 60 jaren een minder goede tijd voor de huiswevers kwam; Frankrijk, waaraan Tilburg een goede afnemer had, verhoogde zeer aanzienlijk den import (invoerrechten), zoodat er een slapte in het bedrijf intrad; verscheidene fabrikanten probeerden toen hun bedrijf naar Frankrijk over te brengen, hetgeen aan enkelen ook lukte en vele wevers en andere arbeiders trokken met hunne werkgevers mede. Hokvaste wevers, die aan hun geboortegrond vasthielden, bleven en maakten een minder goede tijd mede, de betere tijden zijn echter ook gekomen.

 

(Wordt vervolgd)

 

GERARD VAN LEIJBORGH

 

 

1. Dat op- en afklimmen van het weefgetouw is een heel werk; wij komen daarop later terug.

2. Spoelen: het op klossen winden van garen van de streng, alsmede van weversgarenresten, met het "spoelgetouw".

3. Bokkebaai: Bokkingbaai, een zeer grof weefsel.

4. Buks: Bukskin, ook met x geschreven, een fijnere stof voor heerenkleeding.

5. Winkelwerk in tegenstelling van Leverantiewerk. In vroeger dagen, toen de confectie niet bestond en de grossierderij zoo'n vlucht niet had genomen, sprak men van "winkelwerk", dus goederen, die aan de winkels geleverd werden. Leverantiewerk, goederen voor de regeering, voor leger, vloot en posterijen.