CUBRA

INHOUD VLEUGELHOF
HOME
AUTEURS

Oorspronkelijke uitgave: De Beuk, Amsterdam, 1989

Lou Vleugelhof

Zeven manieren van zwemmen

1

 

Eerste les

 

Zich het zand uit de ogen wrijvend

als natte zeehondjes in zonlicht

zitten aan de rand van hemel en aarde,

golfjes worden tot aan de navel.

 

Hij had drijvend zeewier kunnen zijn

of misschien de aangrijpende kwal

die later gespietst op het zand

tot een straaltje zeelicht verdroogde.

 

Maar ingewijd in het fluisteren van

helm en zeekoraal, en het hese gejuich

van de zee, druppelde onwerelds licht

in het natte zand van zijn ziel.

 

 

2

 

Schoolslag

 

De bedaagde, door het leven geschoolde

gaat zijn recht niet te buiten.

De getrokken baantjes tellen als jaren

voor het beurtschip in rustig vaarwater.

 

Een ondiep spoor achterlatend

lijkt hij de menselijke weg af te leggen

van snel oplossend schuim. Zelfs hoog gespatter

komt nooit uit boven de rand.

 

Soms neemt hij rust aan de kant,

praat over niets, over wind en regen,

de temperatuur van leven en dood,

een zwaarwichtige late Romein in zijn badhuis.

 

3

 

Crawl

 

Waarom moet hij, zich wentelvlug

door het water ploegend, soms denken

aan Wiekslag om de Kim, aan meeuwen

in de branding van de Hondsbossche ?

 

Hij herinnert zich nooit zo gedoken

te zijn in Winter aan Zee als toen

hij bevlogene haar had verloren

tijdens die hete zomer aan zee.

 

Bovenarms beurtelings bewegend

brak hij de branding, het beeld

van de vrouw die schreed alsof zij

nooit sterven zou verzonk in het zand.

 

4

 

Vlinderslag

 

Gedachteloos doelgericht doende

leert de aanbeden badmeester,

wijsgeer van lucht en water,

je in n dag vliegen.

 

Elk barstend moment van ontplooiing

verbrijzelt de vlinder de spiegel;

zo stijgt de zonnegod op

uit zijn bed van opspattend schuim.

 

Een uit onmenselijk donker opduikend

gevleugeld lichaam van een jonge god

vertrouwt hij je toe voor de duur

van een zomerse jeugd.

 

 

5

 

Rugslag

 

Ruggelings zwemmend. We hadden voor elkaar geen aan-

dacht. 'k Zag vliegtuigen door de wolken boren,

achter de horizon was het geschut te horen.

We stieten zacht tegen elkander aan.

 

Van zijn voeten waren schoenen losgegaan,

ze waren in het dood getij verloren.

Hij droeg een uniform met toebehoren,

't was de bevrijder, een Amerikaan.

 

Ik trok zijn lichaam tegen het talud,

het was zo zwaar van water en van dood,

met op de rug een dichte parachute.

 

Ik kon hem niet meer redden, mijn piloot,

de meeuwen brachten krijsend een saluut,

hij grijnsde zacht zijn witte tanden bloot.

 

 

6

 

Duiken

 

De glanzende zweefduik van vogelvismens

die hij in zijn dromen is,

ontglipt hem telkens als hij staat

op de uiterste rand van de duikplank.

 

Dan voelt hij de afzet, voeten op hout.

Met armen die lijfelijk zijn en zwaar

lichamelijk uitgroeien boven zijn hoofd

staat hij op zijn standplaats.

 

Even is hij standbeeld, verzwaard door

de aandacht van zijn bewonderaars,

steeds verder weggestapt uit zijn dromen

stort hij in het water, een rollende steen.

 

 

7

 

Tropisch zwemparadijs

 

Een weeë lucht van hitte, zweet, urine,

week, wit vlees, rooduitgeslagen huid,

vuil gebladderd gips, schilfers van

schubben. Mijn maag zit in de lift.

 

Om niet te struikelen over ledematen,

borsten en billen, om niet vervleesd te worden

in deze volgestouwde slagersetalage

stort ik mij in het lauwe dode water.

 

Maar bovendrijvend tussen al die hoofden

waan ik mij in de Hel van Dante, Canto VII

Voor mij geen tocht naar het Tropisch Paradijs.

Wie hier al binnen is, laat alle hope varen.