CuBra

INHOUD VAN BEURDEN
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

Print  Pagina
 

Marcel van Beurden

3 gedichten

 


Concubine

 

Ze vertelde dat ze niets bezat

dan een kast met schoenen en met kleren,

een klein bed en waar ze op kon teren:

de herinnering die aan haar vrat.

 

Ze had haar gezin sinds kort verlaten.

Haar man sloeg haar en had geen resepct

als zij hem gevoed had en gedekt.

Ook met mij had zij niets te bepraten.

 

We verzonken in elkaars armen.

Ze verlangde naar een goeie beurt,

en of ze net in tweeën was gescheurd:

ze genoot en toonde geen erbarmen.

 

 

Stof

 

Ach. Het interesseert ons toch geen moer,

zodat we ook aan pijn en ruzie wennen,

want ik moet je behalve dit bekennen:

we draaien elkaar steeds dezelfde loer.

 

Maar jij weet eeuwen al dat het zo is

en daarom kun je mij behagen.

Ik kan mij slechts tot stof verlagen;

een man weet niets..., tot hij weer in haar is.

 

We voelen telkenmale dit gemis,

het oude euvel van dit korte leven.

En zonder verder meer naar jou te streven:

ik ben het zaad der god die in je is.

 

 

Faust

 

Er klonk die ongedwongen, volle lach

die elke schroom doet overwinnen

toen ik je in de kroeg laatst weer eens zag.

 

Ik weet dat jij me deed beminnen

en ooit voldaan vergeten bij me lag.

Er schiet mij verder niets te binnen...

 

Weet dat ik mijn ziel zou verspelen

weer met een vrouw als jou te wezen!

Maar zo jij bent zijn er gelukkig zat.

 

De tijd kan wonden toch wel helen.

Ik zeg tot elke vrouw bij deze:

ik heb je kort maar hevig liefgehad.