CuBra

 

 

Marjoke Linckens
De kortste dag


 

De boom in de voortuin wordt belaagd door koolmeesjes. Door het raam ziet ze hoe een van hen vergeefs probeert de zaadjes uit het voederbakje te pikken. Het heeft hard gevroren vannacht. Ze neemt zich voor het vogelvoer los te hakken.

Straks.

De woonkamer voelt koud, ondanks haar wollen vest. De thermostaat staat op ‘vertrekken’  en geeft achttien graden aan, normaal voor een doordeweekse dag.

In de keuken zingt de fluitketel. Ze kiest voor kruidenthee. Brood, boter, kaas en honing liggen nog op het aanrecht. Haar man en kinderen hebben ontbeten en een lunchpakket klaargemaakt. Zelf heeft ze geen trek. Met een kom thee nestelt ze zich op de bank. De lucht is grijs en mistig. Bij de buren aan de overkant branden de lampjes in de kerstboom. Zwakke stipjes licht in een wazige wereld. Ze kijkt de woonkamer rond. In de tuin staat de spar, met kluit, te wachten op het lege plekje in de hoek. Al dagen.

De kerstspullen zijn klaargezet op de overloop. Ze kan er zo mee beginnen.

Straks.

Het wordt maar niet licht buiten. De kortste dag, de langste nacht. Zielloze uren. Er zit sneeuw in de lucht. Ze rilt. Haar voeten voelen klam. Misschien is het goed om te douchen. Boodschappen doen. Die boom… Straks.

De telefoon. Op de display staat een onbekend nummer. Ze voelt het toestel resoneren in haar handpalm totdat het gerinkel ophoudt.

Op tafel liggen de kerstkaarten. Rechts de groeiende stapel met goede wensen die iedere dag door de brievenbus naar binnen kletteren. Links de kaarten die zij nog schrijven moet. En kerstzegels, met gratis agenda 2008. Een agenda om afspraken in te noteren, gepland op twee velletjes per week. Je leven vastgelegd. Optimaal je tijd benutten. Werktijd, vrije tijd.  Kersttijd, tijd met elkaar.

Haar agenda ligt al weken onaangeroerd. Ze weet het papier van de laatste weken blanco wit. Herinnert zich de dag dat er iets in haar knapte, waardoor ze niet verder kon. Haar lichaam weigerde. Alleen het zoute vocht uit haar ogen raakt niet uitgeput.

 

Nu zitten er merels in de boom. Ze pikken driftig in de netjes met vet. Ik kan het oude brood klein snijden, denkt ze. Het gekwetter van de vogels groeit aan. Alsof ze dat een goed idee vinden. Ze besluit naar de keuken te gaan. Straks.

De telefoon meldt zich weer. Ze strekt haar hand naar het toestel uit, aarzelt.

Misschien helpt het om een lijst te maken met dingen die nog gebeuren moeten. De gedachte montert haar op. Ze zoekt pen en papier.

 

Boodschappenbriefje Kerstmis 2007

 

Buiten valt er natte sneeuw. De straat gaat grauwig glinsteren. Auto’s gooien met hun banden grijs vuil omhoog in het licht van de straatlantaarns. Er draait een sleutel in het slot van de voordeur. De kamerdeur gaat open. Een schemerlamp wordt aangeknipt.

“Sliep je schat?” De stem klinkt zachtjes bij haar oor. Verschrikt kijkt ze op. Pen en papier glijden van haar schoot.

Met een glimlach zet hij een kerstpakket op tafel.

“Met de beste wensen van de baas.” Hij streelt even haar wang.

“Ik heb het een beetje koud.” Ze wendt zich van hem af en loopt de kamer uit. In het donker zoekt ze haar weg op de trap. Eenmaal boven sluit ze de deur van haar slaapkamer.