> home
  
    > speciaal
  
    > auteurs
  
    > teksten
  
    > Brabants
  
    > audio

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Marjolein Hermes  <

Marjolein Hermes

column


 

 

 

 

Digitaal testament
 

 

“Misschien ben ik over een jaar wel dood, dus ik ben alvast begonnen met mijn bezittingen te verdelen”, hoorde ik laatst een oud vrouwtje zeggen. Kijk, dat noem ik vooruitdenken. Als het haar rust geeft, prima. Kasten met ‘troep’ en potjes vol ‘meuk’. We weten allemaal wat er gebeurt met onze bezittingen als we dood gaan.
Maar wat gebeurt er met onze digitale spullen? Je fotoalbums op Facebook? Je uitspraken op Twitter? Je wachtwoorden en inlogcodes van je hele cybererfenis? 
Er zijn tegenwoordig nog maar weinig mensen die thuis een boekje hebben waar alle wachtwoorden in staan en dus neemt de overledene zijn digitale leven mee het graf in. Zo zal de weduwe van de 58-jarige Henk er nooit achterkomen dat hij ’s nachts een dubbelleven leidde als ‘Chantal24’. Of wordt het manuscript van Ingrid nooit uitgegeven, omdat de inlogcodes van haar webdomein niet teruggevonden kunnen worden. Een gigantisch aantal woorden, teksten en foto’s blijft op het internet bestaan, zonder eigenaren. Natuurlijk zou ik ieder jaar een kopie kunnen maken van al mijn digitale activiteiten. Een soort online testament, waarvan ik het wachtwoord ergens in een kluis bewaar. Maar aangezien ik normale back-ups al vergeet, lijkt me dit iets te fanatiek.

Het idee, dat er iedere dag weer duizenden gegevens het digitale universum in worden geschoten om er vervolgens nooit meer vanaf gehaald te worden, vind ik ook wel weer mooi. In tegenstelling tot papierwerk, vergaan mijn teksten en foto’s nooit. Zij zweven dan ergens rond in het vage ongrijpbare.
 
Gelukkig is het nog niet zover en ga ik heerlijk door met mailen, twitteren, schrijven en facebooken. En tegen die tijd dat het zover is krijgt niemand mijn wachtwoorden en laat ik het automatisch antwoordbericht van mijn e-mail lekker aanstaan: “Sorry, ik ben er even niet. Ik neem weer contact met u op, zodra ik terug ben”.