|
NICOLAS BOILEAU-DESPRÉAUX LE LUTRIN Poème héroï-comique en six chants
|
MARTIN HULSENBOOM DE LUTRIJN Komisch epos in zes zangen
|
|||||
|
Korte inhoud De thesaurier bekleedde de hoogste waardigheid in het kapittel waarvan hier sprake is en hij leidde de diensten met alle tekenen van het episcopaat. De cantor nam in de hiërarchie de tweede plaats in. Eertijds bevond zich in het koor, op de plaats van laatstgenoemde, een enorme lezenaar of lutrijn, die hem bijna geheel aan het zicht onttrok. Hij liet haar verwijderen. De thesaurier wilde haar op haar plaats terugzetten. Daaruit ontstond een geschil, dat het onderwerp van dit gedicht vormt. |
|
|||||
|
|