CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20080911

Een

Hoe begin je een nieuwe rubriek op CuBra? Met een inleidend woord!

En wat is daarvoor meer geschikt dan een korte, waargebeurde geschiedenis?

Niets!

Welaan dan, wilt u mij volgen? We keren terug naar de jaren vijftig, naar de schoolbanken van de derde klas van de lagere school. Is dat genoeg voor uw beeld, of behoeft u meer details? Aloysiusschool  in de St. Josephstraat in Den Bosch, lome zomermiddag, lezen.

Wie de beurt heeft, leest een stuk, en dan de volgende, op de rij af.

De tekst is vergeten, behalve dat ene woordje: ‘een’. Een woord dat bijna in elke zin voorkomt. Maar ik ben niet bij de les. Ik zit met dat onbeduidende woordje ‘een’ in mijn hoofd. ‘Een’? Wat een raar woordje is dat. Hoe langer ik erover nadenk, hoe mysterieuzer het wordt. Eenhoorn. Dat is een stralend wit paard met een grote, rechte hoorn op het voorhoofd (paarden hebben een hoofd!). Komen, gelet op de afbeeldingen, vooral in bosrijke gebieden voor. Waartoe dient die spitse hoorn? Toch onhandig tussen al die takken? Bestaat de eenhoorn trouwens wel echt? Moet ik de meester eens vragen. ‘Een’, als je het omdraait krijg je ‘nee’.Wat is ‘een’? Hoe komen ze aan dat woord?

Ik steek mijn vinger op. “Ja?”, vraagt de meester. “Meester, wat is ‘een’?

Er valt een verbaasde stilte in de klas. Een? Iedereen draait zich om in zijn bank en kijkt naar mij. De meester loopt op me toe. Ik zie vertwijfeling in zijn ogen. “Je weet toch? Eén!”, zegt hij, en hij houdt me zijn opgestoken wijsvinger voor. “Eén”. Ik knik. O ja, ik weet het weer. Een.

 

Geachte lezer, ik vertel u deze historie, die even onbeduidend is al ‘een’, om aan te geven hoe ik vanaf mijn jeugd nu en dan met woorden worstel. Nog steeds vind ik dat ‘een’ een intrigerend woordje. Het is een telwoord én een lidwoord van onbepaaldheid én een onbepaald voornaamwoord én een zelfstandig naamwoord. En (zie het woordenboek) je kunt het in de spreektaal ook tegenkomen als voorzetsel.

Dat is nogal wat voor zo’n klein woordje.

 

Enfin, in deze rubriek sta ik stil bij woorden. Zonder de geringste wetenschappelijke pretentie, overigens. Zonder welke pretentie dan ook.

Ik schrijf mijn woorden gewoon als een liefhebber die zich verbaast, of zich ergert, of die zich het hoofd breekt. U merkt het wel.