CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20081002

Mall

Komt die gevreesde mall er? Gaan de kleine middenstanders in Tilburg en Goirle straks massaal failliet? De tijd zal het leren. Ik houd me hier slechts met het woord bezig.

 

Dat woordje ‘mall’ komt tot ons uit de USA waar je in elke grotere stad een of meer overdekte winkelcentra vindt van enorme afmetingen: the mall.

De eerste Amerikaanse mall werd geopend in juli 1916 in Chicago, de tweede dateert van 1924 en stond in Kansas City. U ziet: in het begin ging het erg rustig aan, maar vanaf de jaren vijftig was het als met de sneeuwbal die een lawine wordt.

De mall in Amerikaanse steden kun je beschouwen als een surrogaat voor het veelal ontbrekende, kleinschalige centrum. De jeugd spreekt er met elkaar af: vanavond om 8 uur in de mall. En in de stille ochtenduren zie je er veel ouderen die er komen om met elkaar wat gezelligheid te creëren.

 

Terug naar het woord. De oorsprong moeten we zoeken in de sport pallamaglio, ofwel hamerbal. ( in dat maglio zien we het Latijnse malleus/hamer terug)

Hamerbal werd gespeeld met een houten bal en een lange stok waaraan een ijzeren slagstuk was bevestigd, precies zoals de croquetstok (al is het slagstuk daar van hout). Het was de bedoeling van het spel om de bal in zo weinig mogelijk slagen naar het einde van de baan te brengen en onder een daar opgestelde ijzeren boog door te slaan. Klootschieten, golf (colf), pallemaille/pall mall, veel verschilt het allemaal niet.

Enfin, de baan waarop dit in de 16e en 17e eeuw populaire spel werd gespeeld, kreeg ook vaak dezelfde naam. In Utrecht kennen we nog steeds de Maliebaan, in Hamburg de Palmaille (kijk eens op www.meinestadt.de), en, het meest beroemd, Pall Mall en de Mall in Londen.

Van maliebaan ontwikkelden deze sportterreinen zich tot door bomenrijen geflankeerde wandelwegen, ofwel promenades. En gaandeweg (al wandelend) wordt de pall mall een voetgangersgebied, gelegen tussen belangrijke openbare gebouwen. En als de commercie en het grootkapitaal vooraan komen staan, verschuift de betekenis naar: een winkelgebied waar niet de auto’s, maar de voetgangers alle ruimte krijgen. Voila, van maliebaan naar koopgoot.

 

Toch is de sport niet geheel uit de Amerikaanse mall verdwenen. Op stille uren zie je er mensen lopen die je opvallen, ten eerste door hun tempo (ze slenteren niet maar onderhouden een strak, tamelijk hoog wandelritme), ten tweede door hun looproute (zij lopen pal langs de winkelpuien en nemen iedere bocht, en lopen dus de maximale lengte van de mall), ten derde door hun blik (altijd recht vooruit, een enkele keer kijken ze snel op hun horloge) en ten vierde door de handdoek die zij om de nek dragen. Dit zijn joggers. Zomer en winter draaien ze hier hun rondjes.

 

Pallemaille, pall mall, hamerbal is verdwenen, maar biljarten doen we nog. Eertijds zochten de beoefenaren van het hamerbalspel een mogelijkheid om dit spel binnenshuis te spelen. Regen en ontij, inderdaad. Welnu, zij bedachten een spel dat nu biljarten heet (bille is bal, art is kunst, kunstig ballen dus). Op een tafel werden poortjes opgesteld en een bal moest door tussendoor gestoten worden. De poortjes werden later vervangen door zakken aan de zijkant van de tafel, de ‘pockets’. Er ontwikkelden zich diverse spelsoorten. Aan het einde van de 18e eeuw zien we de eerste biljarttafels zonder pockets waarbij het er om ging om de witte bal te spelen en de twee rode te raken. Carambole!