CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20081113

Het woord als woord

Ik ken niet meer dan een handjevol Russische woorden; de woorden die iedereen kent: mir (vrede), zembla (land), droesjba (vriendschap), njet (nee), da (ja), pravda (waarheid) en slovo (woord). Merkwaardig toch dat het heel positieve woorden zijn (op njet na).

Ho, ticha! (stil!), ik ken nóg een Russisch woord… of is het wel een woord? Zaoem! En wie zaoem (wat zoveel betekent als: het boven-verstandelijke)zegt, zegt Chlebnikov.

Velimir Chlebnikov (1885-1922) was een der Futuristen die in 1912 dat manifest schreven met de prachtige, veelzeggende titel: “Een klap in het gezicht van de Publieke Smaak”.

De Futuristen wilden de taal bevrijden van de ketenen van de ‘officiële taal’. Wég met de conventies, wég met de spellingsregels, de grammatica, de syntaxis. Het gaat om ‘het woord als woord’ (zoals de titel van een door Chlebnikov in 1913 geschreven manifest luidt). Bevrijdt de woorden van alle ballast, en je krijgt een oertaal die iedereen kan verstaan, de taal van het aartsparadijs. Eens zou iedereen die taal weer spreken en de mensen zouden elkaar eindelijk weer begrijpen.

Een taal zonder logica? Klankencombinaties die kleuren en ruimtelijke kenmerken hadden? (Chlebnikov onderzocht het verband tussen taal en zwaartekracht)

 

Chlebnikov schijnt de Russische taal, althans de poëtische taal, met veel neologismen te hebben verrijkt, maar, helaas, die woorden ken ik niet.

Maar mooi is die droom wel: een oertaal die we allemaal verstaan.

In de negentiende eeuw werden de kunsttalen zeer populair, met als bekendste voorbeeld het Esperanto (1887).

Een kunsttaal is een geconstrueerde, steriele taal, terwijl een natuurlijke taal weliswaar gestandaardiseerd kan zijn, maar in ieder geval door de eeuwen heen gegroeid is als onderdeel van een cultuur. De woorden hebben een hele geschiedenis, en dat juist stoorde de Russische Futuristen. Chlebnokov: “Wij vinden dat een taal allereerst eens gewoon taal moet worden en als die dan per se ergens aan moet herinneren, dan het liefst aan een zaag, of aan de vergiftigde pijl van een wilde.”

 

De oertaal en de kunsttaal, beide dragen dezelfde droom van een ongestoorde communicatie tussen de volkeren die tot vrede (mir), vriendschap (droesjba) en waarheid (pravda) zal leiden.