CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

200812125

Kalkoen

 

Dankzij de wilde zwijnen op de Veluwe ken ik nu de woorden ‘aanzitjacht’ en ‘drukjacht’ (het woord ‘drijfjacht’ was me reeds bekend).

Aanzitjacht herinnert me aan een oude conference van Toon Hermans: ‘we zaten aan, aan het banket’.Drukjacht doet me denken (de menschelijke geest is wonderbaar!) aan de hilarische kindervertelling van Reve, getiteld “Het geheim van de smid”. U weet wel: een jager is al een gehele dag op jacht, maar heeft nog niets geschoten; dan, het is al laat in de middag, ziet hij ineens zeven hazen; “gezwind greep hij naar zijn kogeltas, maar wie schetst zijn verbazing en teleurstelling, toen hij bemerkte dat deze leeg was?”; goede raad is duur: hij hurkte neder en “scheet uit zijn eigen achterste een keiharde, lange, dunne drol, die precies zo dun was als een geweerkogel”; drol en kruit in de loop en richten; hij raakt de oudste van de zeven hazen, doch ze vallen allemaal om vanwege de verschrikkelijke stank, want “de jager had de vorige avond toevallig in de stad gegeten”.

 

Van het prachtige zwijn naar de foeilelijke kalkoen. Net als de tomaat en de maďskolf is de kalkoen afkomstig uit Midden-Amerika. De conquistador Cortez zou de vogel in 1520 uit Mexico hebben meegenomen naar Europa, maar dat schijnt niet iedereen meteen te hebben begrepen, met name de Engelsen niet. Zij maken omstreeks 1530 voor het eerst kennis met de kalkoen, en ze noemen het ‘turkey’ vanwege het feit, dat ze de vogel kochten van een Turkse handelaar.

Voor andere Europeanen, en ook voor de Arabieren, was het wčl duidelijk waar de kalkoen vandaan kwam: uit Indië. Immers, Columbus had Indië bereikt, niet via de vertrouwde weg via het oosten, maar langs de westelijke weg. Vandaar ook de naam ‘Indiaan’ voor de bewoners van ‘West-Indië’ dat pas later ‘Amerika’ zou heten.

De Fransen noemden die rare, overgrote kip daarom d’inde, later dinde: van Indië.

Ook de Hollanders hadden voor de vogel een naam die aan Indië refereert: een van de bekendste Indische havensteden was Calikoet (Calcutta), en daarom heette men de vogel ‘den Calokoetschen haan’, wat later verbasterde tot kalkoen.