CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20090115

Woordjas

 

Cento (genitief: centonis) is een Latijns woord, en het betekent: lappendeken.

Mooi woord: lappendeken; uit verschillende lappen samengestelde deken, of, figuurlijk, een bont, onsamenhangend geheel.

Tegenwoordig gebruiken we het woord bijna uitsluitend nog in de figuurlijke betekenis, omdat er bijna geen lappendekens meer worden gemaakt. Maar in mijn jeugd, ach… U begrijpt, dat ik vroeger onder een heuse lappendeken sliep (eigenlijk was het een overdeken, om accuraat te zijn). Enfin, de lappendeken dus. Ik kwam tot de lappendeken via een artikel waarin ik het woord ‘woordjas’ las. Allemachtig! Mijn hart sprong op van vreugde: wat een prachtig woord!! Van de categorie ‘bladkorf’ zal ik maar zeggen (want ‘bladkorf’ vind ik een verrukkelijk woord).

Nog nooit van mijn leven was ik ergens de ‘woordjas’ tegengekomen, laat staan dat ik hem ooit had aangetrokken. En ik ging daarom op zoek. Het WNT gaf niet thuis, elk ander woordenboek evenzo, maar via Internet kwam ik in Zuid-Afrika uit, bij het woord ‘laslappie-woordjas’ dat als vertaling mag gelden van het Latijnse cento: “ontleend aan Latijn voor ‘laslappiejas’. Hierdie vorm van die digkuns kom voor, waar dele of selfs paragrawe wat saamgestel is uit ander digter/skyvers se werke, met hulle toestemming, voorgesit word as ’n ‘nuwe’ gedig in ’n ander gedaante of laslappie-woordjas”.

Laslappie is patchwork ofwel lapjeswerk, ofwel het maken van bijvoorbeeld een deken of een jas, bestaande uit aaneengenaaide losse lappen.

Cento, of de lappenjas, is een literaire vorm waarbij de auteur een verhaal vertelt, zoveel mogelijk met de woorden van beroemde auteurs. Decadent misschien, afkeurenswaardig wellicht, maar aan de andere kant een vorm van letterkundige acrobatiek die bewondering afdwingt. Het vereist een grote techniek van de schrijver, en het is een eigenaardige ervaring voor de lezer. Ik althans vond het zeer vervreemdend om de cento nuptialis (de huwelijkscento) van Ausonius (310-393) te lezen die is opgebouwd uit talrijke kortere en langere citaten uit de werken van Vergilius. Je leest bijvoorbeeld een tamelijk vrijmoedige beschrijving van de ‘consumptie van het huwelijk’ en je herkent daarin hele stukken van Vergilius, namelijk de passage waarin Aeneas naar de onderwereld afdaalt. Dat is choquerend. Ik ben er zeker van, dat mijn oude leraar Latijn er een hartverzakking van zou hebben gekregen, gesteld dat hij de cento nuptialis niet meteen al bij het eerste het beste Vergilius-citaat uit walging van zich af had geworpen.

Maar ‘woordjas’ is en blijft een schitterend woord! Een woord om te bewaren!