CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20090122

Oogstgerei

 

In 1956 publiceerde doctor Aleida H. van Vessem haar taalgeografisch onderzoek naar de benamingen van de zeis en de zicht. Met 14 kaarten! ‘Oogstgerei-benamingen’ luidt de titel van haar boek.

Ik vind het heerlijke lectuur. De handvatten van de zeis, en hun benamingen, de arend, de strekel en de wetsteen, het haarspit, de steel, de ring, de beugel, ach een zeis heeft zóveel aspecten. Daar sta je bijkans nooit bij stil, of misschien wel nimmer!

 

De kaarten zijn prachtig. De arend-kaart bijvoorbeeld. Nee, niet de vogel, maar het metalen uitsteeksel aan het zeisblad waaraan de houten steel wordt bevestigd. Zoiets simpels, denk je. Maar er zijn meer dan tien benamingen. In het noorden van België en in Brabant en Limburg spreekt men van ‘ang’. In Friesland wordt van ‘earn’ of ‘ean’ gesproken (maakt niet uit, je verstaat die Friezen toch niet). Maar in West-Friesland heet de arend ‘ham’, en in de Achterhoek ‘hekkel’. Zo zijn er streken waar je hekel, of ekel, of erel, of hekkel zegt. Mateloos interessant!

En dan zijn er nog even mooi ingekleurde kaarten over het haargerei (haren = scherpen), de strekel (de steel, de kolf of de boom van de zeis). Uit die laatste begrijp ik dat de steel alhier ‘meel’ genoemd wordt. Enzovoort, enzovoort.

 

De zicht is het ‘met één hand gevoerde oogstsnijwerktuig met zeisachtig afbuigend mes’. De zicht zou je daarom kunnen beschouwen als het werktuig dat het midden houdt tussen de zeis en de sikkel (waarbij lemmet en hecht in hetzelfde vlak liggen).

O, ik kan er uren in blijven lezen.

 

Maar de sikkel voert ons naar de beroemde regels van Staring;

 

Sikkels klinken, sikkels blinken,

Ruischend valt het graan.

Zie de bindsters garen!

Zie in lange scharen,

Garf bij garven staan.

 

En natuurlijk moeten we nu ook de woorden van Coos Neetebeem (een pseudoniem van drs. H. Polzer) vermelden:

 

Sikkels klinken, sikkels blinken,

Ruisend valt het graan.

Als je iemand weg ziet hinken,

Heeft hij ’t fout gedaan.