CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20090129

Mensen en potloden, alsmede 'haar op de tanden'

 

Je ziet iemand iets doms doen, en je schudt meewarig het hoofd, zeggende tot andere toeschouwers: “Ach, ach, je hebt mensen en je hebt potloden.”

Een opvallend gezegde, dat zijn oorsprong in Limburg moet hebben. Immers, in Limburg spreekt men, ter aanduiding van mensen, veelal van lui (op z’n Limburgs ‘luuj’; behalve in Maastricht: daar spreekt men van ‘lui’ op z’n Hollands), en het meervoud van potlood is er ‘potluuj’. ‘Luuj’ en ‘potluuj’ dus. That makes sense.

Ik weet niet wie het gezegde heeft vertaald, en wanneer de uitdrukking ‘je hebt mensen en potloden’ ingang heeft gevonden. Ik weet wel, dat ik die 45 jaar geleden al met smaak bezigde. (U moet weten, lezer, dat ik bijkans zestig jaar oud ben en mij mijn leven lang verlustigd heb in de rol van afkeurend commentaar leverende toeschouwer)

Oké, dit gezegde van Limburgse bodem verdient nadere studie.

 

Een andere uitdrukking: haar op de tanden hebben. Ook over dat gezegde heb ik een mening, een mening zelfs die afwijkt van die van de voortreffelijke Stoett.

‘Haar op de tanden hebben’ betekent: onvervaard van zich af spreken, zich flink met woorden durven te weren.

Ik weet niet hoe dat bij u ligt, maar naar mijn gevoelen is het gezegde enkel te gebruiken waar het vrouwen betreft (Stoett meent dat geslacht geen rol speelt). Het klinkt in mijn oren ook volstrekt niet positief: zij heeft haren op de tanden; je kunt het vergelijken met de evenmin waarderende uitdrukking: zij is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken.

Hoewel, bij nadere beschouwing vind ik in de laatste uitdrukking toch wel enig respect doorklinken, zonder overigens dat de intentie positief is.

Haar op de tanden. Stoett zoekt de verklaring in het gegeven dat haar voor mannelijke kracht staat, en hij citeert met instemming Schrader die schrijft: “Dan man in der Fülle der Haare Kraft und Mannheit sieht, so teilt man in absichtlicher, bewuszter Uebertreibung selbst solchen menschlichen Gliedern Haare zu, welche diese gar nicht haben, nicht haden können.”

 

Een mening die ik, zoals gezegd, niet deel.

Ik zie wél letterlijk haar op de tanden, namelijk bij wilde dieren (neem de wolf) die hun prooi met huid en haar (!) verslinden. Zulke verscheurende beesten kunnen u een bloedbedropen bek tonen met tanden die nog de sporen dragen van het ongelukkig prooidier. Voorwaar, een huiveringwekkend schouwspel.

Op de kermis kun je ‘de vrouw met de baard’ bezichtigen, (onschuldig vermaak), in het jongenskoor hoort men de baard in de keel groeien, (jammer van die glaszuivere sopraan), maar hoedt u voor het monster met haar op de tanden!