CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20090319

Kievit

 

De kievit, ook wel aangeduid als ‘de gekuifde polderjongen’, is een behendig vlieger. Maar hij kan ook ‘lopen als een kievit’. Dan trippelt hij gezwind door het gras,

De kievit kan voorts toneelspelen. Als je zijn nest nadert, doet hij alsof hij gewond is (in de hoop dat je hem achterna gaat), en probeert je op die manier bij de eieren of jongen weg te lokken.

Beroemd is de kievit ook vanwege dat jaarlijkse eerste ei. Vooral de Friezen maken daar werk van: het vinden van het eerste kievitsei. Rare sport als u het mij vraagt. Laat die kievit met rust!

Dat eerste ei moest voorheen aan de koningin worden aangeboden, via de burgemeester. Gelukkig is er een EU- verbod, dat aan deze vreemde praktijk een einde wil maken. Ik heb het niet precies gevolgd allemaal, maar het schijnt nu verboden te zijn de eieren te rapen, behalve in Friesland, zogezegd ‘op cultuurhistorische gronden’.

 

Kijk eens dit gedicht van Guiseppe Ungaretti, vertaald door Frans van Dooren.

 

De Kieviten

 

Er vloog een vlucht kieviten boven duinen,

en de avond, helder als geslepen glas,

brak in metalige weerkaatsingen

die groen en blauw en purper opflitsten.

Kieviten gisteren hier aanbeland

na op Sardinië te hebben overwinterd.

Ik hoor ze ongezien door ’t luchtruim glijden,

terwijl ze elkaar, zoekend naar regenwormen,

om bijeen te blijven (’t is al donker) roepen.

Terug bij ’t nest, de ochtend erop volgend,

zullen ze ’t leeg aantreffen,

en ’t eerste dozijn eieren

door jongens (‘Stil! Voorzichtig!’) uitgehaald

Wordt op de fiets bezorgd bij Wilhelmina,

’t is lente.

 

Je denkt: dat kán toch niet waar zijn? Wilhelmina en eerste kievitsei in een Italiaans gedicht?

Maar het is echt waar.

De laatste regels luiden in het origineel:

 

E la prima dozzina degli ovetti

Scovati (‘Zitti!’ ‘Piano!’) dai monelli

Si porta in bicicletta a Guglielmina

‘E Primavera.

 

Maar dan zie ik dat het gedicht geschreven is in Amsterdam, in maart 1933. Nederlandse duinen dus, onze kieviten, en ons Willemien!