CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20090409

Naasten

 

Ik zat keurig iemand een briefje te schrijven, en toen vloeide een zin uit mijn pen waarin ik opmerkte, dat de Duitsers in de oorlog een en ander hadden genaast. Ik zal niet verheimelijken (of, zo u wilt, verhelen), dat mijn pen bij dat laatste woord even haperde. ‘Potjandrie’, dacht ik, ‘is het met een d of met een t?’ En met deze aarzeling verried ik, dat ik even kwijt was, dat het hier over het werkwoord ‘naasten’ handelt. Inderdaad, er verstrijkt vaak een periode van meerdere jaren waarin ik dit woord ongebruikt liggen laat.

Naasten werd vroeger ook wel gebezigd in de betekenis van ‘iemand naderen’, maar dat is ‘thans niet in gebruik’ (dat ‘thans’ is 1908)

Naasten is van oudsher een juridische term en betekent zoveel als ‘gebruik maken van het recht om in de plaats te komen van den kooper bij verkoop van onroerend goed (soms ook roerend goed)’, of ‘gebruik maken van het recht tot het weder inkoopen door den verkooper’, of ook wel ‘gebruik maken van het recht om eigenaar van iets te worden tegen eene bepaalde vergoeding’. Zouden de juristen van tegenwoordig deze termen nog gebruiken? Het zou me verbazen als da t zo was.

Buiten het juridische domein kennen we ‘naasten’ gewoon als ‘in bezit nemen, hoe dan ook’.

Voor mijn gevoel wordt het woord vooral gebruikt in relatie met machthebbers van de meest kwalijke soort. Nazi’s naastten bijvoorbeeld. In het woord ‘naasten’ zit naar mijn smaak heel veel onrecht, bedreven door mensen die zich brutaal meester van iets maken. Om het duidelijker te zeggen: ‘naasten’ is vrijwel synoniem geworden aan ‘roven’.

‘Nondepie’, dacht ik (u bemerkt hoe ik mij in mijn bastaardvloeken een ijverige navolger betoon van minister Camiel - retedruk! - Eurlings?), ‘zo zie je maar weer eens hoe het recht op den duur omslaat in onrecht’. Blikskaters, welk verschrik’lijk mechanisme ligt daaraan ten grondslag?