|
door NORBERT DE VRIES Elke week een nieuwe beschouwing over een woord
20090507 Dierbaar oord
Brabant heeft geen officieel volkslied, en is daarmee een witte raaf in ons land. Houden zo! Limburg heeft wél een volkslied, en het is beroemd en vaak nageaapt. Precies een eeuw geleden werd het geschreven en gecomponeerd. De eerste uitvoering was op 31 januari 1909, in de Groote Sociëteit in Roermond. De dirigent van het Koninklijk Roermonds Mannenkoor, Henri Tijsen, schreef de noten, het koorlid Gerard Krekelberg de woorden.
Waar in 't bronsgroen eikenhout, 't
nachtegaaltje zingt;
Het lied telde aanvankelijk 3 coupletten, later is er nog een vierde aan toegevoegd, waarin de verbondenheid met het Huis van Oranje werd bezongen. Gauw vergeten dat laatste couplet. Enfin, het had een fantastisch succes, en werd zelfs in Belgisch Limburg met verve gezongen. Naar verluidt, hebben de soldaten uit Belgisch Limburg het lied in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog vaak aangeheven. Het lied, met zijn schema WAAR dit of dat, DAAR is het heerlijk, woon ik, is mijn vaderland, is veel nagevolgd. Kijk bijvoorbeeld naar het volkslied van Gelderland:
Waar der beuken breede kronen Ons heur koele schaduw bięn; Waar we groene denneboschen, Paarse heidevelden zien; (…) Daar is onze Vale ouwe Kost’lijkdeel van Gelre’s oord.
Er is nog een ander Gelders volkslied, van iets recentere datum, maar ook daarin lezen we de daar/waar-formule:
Waar ons vaderland bebouwd werd
Maar, potztausend, nu wilde ik de provincie Drenthe noemen, en het voorlaatste couplet citeren:
Waar nog de koele held're veldplas
Maar dan zie ik , dat deze tekst van J. Uilenberg uit 1886 stamt. Ik neem de aantijging van navolging dus schielijk terug. |
|